Voorlopige voorziening+bodemzaak van Council of State (Netherlands), 19 de Marzo de 2013

Datum uitspraak19 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

?201301552/1/A1 en 201301552/2/A1.

Datum uitspraak: 19 maart 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Nijkerk,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Arnhem van 13 februari 2013 in zaak nrs. 13/465 en 13/466 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk.

Procesverloop

Bij besluit van 24 juli 2012 heeft het college [appellant] gelast om uiterlijk voor 17 september 2012 de illegaal gebouwde schuur aan de [locatie] te Nijkerk (hierna: het perceel) geheel te verwijderen en verwijderd te houden.

Bij besluit van 22 januari 2013 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en het besluit van 24 juli 2012 in stand gelaten, met dien verstande dat de begunstigingstermijn wordt verlengd tot 14 dagen na de verzending van het besluit op bezwaar.

Bij uitspraak van 13 februari 2013 heeft de voorzieningenrechter het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

Bij deze brief heeft [appellant] de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 21 februari 2013, waar [appellant], bijgestaan door mr. G.J. Scholten, advocaat te Utrecht, en het college, vertegenwoordigd door D.I. Liesdek, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

2. Niet in geschil is dat [appellant] de schuur op het perceel ingrijpend heeft verbouwd zonder te beschikken over de daarvoor vereiste omgevingsvergunning. Door het college is tijdens een controle op het perceel onder meer geconstateerd dat een nieuwe vloer is aangebracht, het dak geheel is vernieuwd, vijf dakramen zijn aangebracht, alle oude gevels en wanden zijn verwijderd en vervangen door nieuwe en dat de gevelindeling is gewijzigd. Vaststaat dat ingevolge het ter plaatse geldende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT