Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Oost-Nederland, 27 de Marzo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak27 de Marzo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Nederland

vonnis

RECHTBANK OOST-NEDERLAND

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Arnhem

zaaknummer / rolnummer: C/05/231507 / HA ZA 12-446

Vonnis van 27 maart 2013

in de zaak van

[eisers]

eisers,

advocaat mr. J.G.M. Roels te Zeist,

tegen

[gedaagden (6)]

gedaagden,

advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.

Partijen zullen hierna [eisers] c.s. en SVD c.s. genoemd worden.

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 18 juli 2012

    - het proces-verbaal van comparitie van 8 november 2012

    - het proces-verbaal van voorzetting van comparitie van 14 februari 2013.

    1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. Voor dit vonnis is de zaak verwezen naar de meervoudige kamer.

  2. De feiten

    2.1. De litigieuze besloten vennootschappen waren vennoten (maten) van de maatschap ‘de Notarissen [gedaagde sub 2] [eisers] [gedaagde sub 6] [gedaagde sub 4]’. De natuurlijke personen waren de materieel belanghebbenden en bestuurders van hun respectieve houdstermaatschappijen c.q. de maten. Voor de leesbaarheid van dit vonnis zal de rechtbank hieronder de maten aanduiden met [eisers] en SVD en de maten en hun belanghebbenden tezamen met [eisers] c.s. en SVD c.s. Deze laatste aanduiding houdt de rechtbank ook aan indien niet duidelijk is of het alleen om de maten gaat of om de maten en hun belanghebbenden tezamen.

    2.2. Partijen hebben hun maatschapsverhouding vastgelegd in een door hen op 1 februari 2007 ondertekende maatschapsovereenkomst. Artikel 14 van deze overeenkomst bevat een geschillenregeling, inhoudend, voor zover thans relevant, dat alle geschillen, die ter zake van de maatschap tussen de maten rijzen, bij wijze van arbitrage als bedoeld in de artikelen 1020 e.v. van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) zullen worden beslist door drie deskundigen van wie iedere partij er een benoemt en de derde wordt benoemd door de twee eerst benoemden gezamenlijk. Daarbij is bepaald dat de deskundigen tevens de kostenverdeling bepalen.

    Lid 3 van dit artikel luidt:

    De arbiters zullen beslissen als goede mannen en vrouwen naar redelijkheid en billijkheid, en zijn bevoegd hun uitspraak te doen in de vorm van een bindend advies.

    2.3. Tussen partijen zijn geschillen gerezen inzake hun maatschap. Ter beslechting daarvan hebben [eisers] c.s. mr. N. Vanderveen benoemd en SVD c.s. mr. N.B.L. Taselaar. Deze deskundigen/arbiters hebben mr. Dr. A.D. Plaggemans als derde arbiter aangewezen. De drie arbiters zijn allen oud-notaris met grote ervaring en van statuur binnen het notariaat. Zij hebben zich laten bijstaan door een andere oud-notaris als secretaris.

    2.4. In de daarop volgende arbitrage traden [eisers] c.s. op als eisers en SVD c.s. als verweerders.

    [eisers] c.s. hebben in hun memorie van eis - samengevat - de arbiters verzocht om de maatschap op de kortst mogelijke termijn, doch niet vóór 1 januari 2012, ten aanzien van [eisers] te ontbinden met instandlating van de maatschap ten aanzien van SVD, zulks met bepaling dat SVD de praktijk voortzetten en alle activa en passiva overnemen. Voorts hebben [eisers] c.s. verzocht om SVD c.s. te veroordelen om aan hen te betalen een schadevergoeding, hun aandeel in het kapitaal en in de goodwill en een vergoeding van hun advocaatkosten en kosten van financieel advies. Verder hebben [eisers] c.s. de arbiters verzocht om een deskundige aan te wijzen ter vaststelling van de waarde van de onroerende goederen, om te bepalen dat [eisers] zijn winstaandeel behoudt tot de datum van ontbinding en om SVD c.s. te veroordelen in de kosten van de arbitrageprocedure, alsmede de wettelijke handelsrente over alle bedragen.

    SVD c.s. hebben bij memorie van antwoord geconcludeerd tot afwijzing van de vorderingen van [eisers] c.s. voor zover die vorderingen de berekening op grond van artikel 11 lid 3 van de maatschapsovereenkomst overschrijden, zulks met veroordeling van [eisers] c.s. in de kosten van de arbitrage.

    2.5. Na verdere wisseling van stukken en een mondelinge behandeling met pleidooien van beide zijden, hebben de arbiters een arbitraal vonnis gewezen, ondertekend op 8 maart 2012.

    In dit vonnis hebben de arbiters na de vaststelling van het geschil en hun bevoegdheid, hun beoordelingsmaatstaf, het procesverloop en de standpunten van partijen, het volgende overwogen en beslist:

    OVERWEGINGEN

  3. Kern van de geschillen tussen [eiser] en SVD is dat naar de visie van laatstgenoemde [eiser] niet meer adequaat als notaris functioneert en daardoor het vertrouwen in hem als compagnon volledig is verdwenen.

  4. SVD hebben hun stelling van disfunctioneren van [eiser] gemotiveerd onderbouwd en zijn van oordeel dat [eiser], althans zijn vennootschap, moet uittreden als maat en de maatschap ontbonden moet worden. [eiser] herkent zich niet in die verwijten en weerspreekt gemotiveerd zijn disfunctioneren.

    Met name betwist [eiser] in zijn schriftelijke reactie op productie 2 van de Memorie van Antwoord dat hij fouten in een aantal dossiers heeft gemaakt; hij komt tot de conclusie dat de meeste fouten helemaal geen fouten blijken te zijn en dat slechts in een enkel geval aan hem administratieve nalatigheid kan worden verweten. Op hun beurt weerspreken SVD in hun reactie op het verweer van [eiser] zijn argumenten.

  5. Arbiters constateren dat SVD wensen dat [eiser] uittreedt uit de maatschap en constateren eveneens dat [eiser] zich op zijn beurt gedwongen voelt uit de maatschap te treden.

    Arbiters zijn van oordeel dat thans de voorwaarden voor die uittreding bindend voor partijen moeten worden vastgesteld.

  6. Ter vaststelling van die voorwaarden zijn naast de ongeschreven regels van redelijkheid en billijkheid de wettelijke regels en de bepalingen van het maatschapcontract het referentiekader.

  7. Arbiters constateren dat het maatschapcontract is aangegaan door de besloten vennootschappen van de vier notarissen, Op grond daarvan kan geen sprake zijn van persoonlijke aansprakelijkheid, laat staan hoofdelijkheid van de vier notarissen.

  8. Voorts constateren Arbiters dat de raadsman van SVD ter zitting heeft meegedeeld zijn voorbehoud om op de schadeberekening (punt 51 van de Memorie van Antwoord) nog terug te komen, in te trekken.

  9. Partijen hebben Arbiters ter zitting verzocht in alle tussen hen bestaande geschillen te beslissen en met name de betrokken partij de verplichting op te leggen alle mogelijke medewerking te verlenen aan "overdracht" van het protocol van de standplaats van [eiser].

  10. De raadsman van [eiser] heeft ter zitting meegedeeld de laatste drie regels van de tweede alinea van punt 57 van de Memorie van Eis in te trekken.

  11. [eiser] heeft ter zitting verklaard in te stemmen met de waarden van de aan partijen gezamenlijk behorende registergoederen zoals die door RSP makelaars is opgesteld.

  12. De maatschapovereenkomst rept met geen woord bij ontbinding over uitkering van goodwill, zodat deze kennelijk niet is overeengekomen. Juist door de deskundigheid van notarissen op dit terrein mag aangenomen worden dat deze regeling bewust niet is opgenomen.

    Arbiters zijn dan ook van oordeel dat geen rechtsgrond bestaat tot toekenning van goodwill.

  13. Enerzijds is de manier waarop SVD in het conflict met [eiser] zijn omgegaan en de wijze waarop zij gedurende de escalatie van de problemen [eiser] hebben behandeld en hem niet de mogelijkheid hebben gegeven te reïntegreren, niet getuigt van empathie, maar ook niet van een zakelijke en professionele aanpak, anderzijds achten Arbiters de informatie die [eiser] over zijn ziekte heeft verstrekt onvoldoende en heeft [eiser] te weinig rekening gehouden met de belangen van SVD. De gehele gang van zaken in aanmerking genomen achten Arbiters geen gronden aanwezig om schadevergoeding toe te wijzen.

    Echter, [eiser] heeft gedurende vele jaren zijn beste krachten aan het kantoor gegeven en door zijn uittreden uit de maatschap geeft hij de overblijvende maten gelegenheid de maatschap met betere kansen voort te zetten.

    De Arbiters, tevens rekening houdend met de financiële belangen van SVD als voortzetters van de maatschap, achten op grond van het maatschapcontract én de ongeschreven regels van redelijkheid en billijkheid een compensatie te betalen door SVD aan [eiser] van € 100.000,-- (zegge: één honderd duizend euro) passend.

  14. Naar aanleiding van het overleg met de maatschapaccountant mevrouw [betrokkene] RA en het commentaar van beide raadslieden op haar brief van 14 februari 2012 zijn Arbiters van oordeel, mede gelet op de kosten, dat de maatschap in financiële zin ontbonden moet worden per 31 december 2011. De uitgangspunten voor het opstellen van de liquidatiebalans dienen naar het oordeel van de Arbiters te geschieden overeenkomstig...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT