Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 10 de Octubre de 2008

Datum uitspraak10 de Octubre de 2008
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

10 oktober 2008

Eerste Kamer

08/02554

RM/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT AMSTERDAM,

VERZOEKER tot cassatie,

advocaat: mr. D. Stoutjesdijk,

t e g e n

[Verweerder],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

Niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de officier van justitie en betrokkene.

  1. Het geding in feitelijke instantie

    De officier van justitie in het arrondissement Amsterdam heeft op 15 februari 2008, onder overlegging van een op 8 februari 2008 ondertekende geneeskundige verklaring, een behandelingsplan en een beschrijving als bedoeld in art. 14 lid 5 Wet BOPZ, een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een nieuwe voorwaardelijke machtiging.

    Nadat de rechtbank betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouwe, alsmede de behandelend psychiater op 13 maart 2008 had gehoord, heeft zij bij beschikking van diezelfde datum de verzochte machtiging verleend voor de duur van zes maanden onder voorwaarde dat betrokkene zich onder behandeling stelt van de behandelaar overeenkomstig het overgelegde behandelingsplan.

    De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.

  2. Het geding in cassatie

    Tegen de beschikking van de rechtbank heeft de officier van justitie beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De betrokkene heeft geen verweerschrift ingediend.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot verwerping van het beroep.

    De advocaat van de officier van justitie heeft bij brief van 25 juli 2008 op de conclusie gereageerd.

  3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

    De bestreden beschikking is gegeven op 13 maart 2008. De geldigheidsduur van de bij deze beschikking verleende nieuwe voorwaardelijke machtiging, welke duur door de rechtbank is beperkt tot zes maanden, is derhalve inmiddels verstreken. Om deze reden heeft de officier van justitie geen belang bij het beroep, zodat deze daarin niet kan worden ontvangen.

  4. Beslissing

    De Hoge Raad verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in het beroep.

    Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 10 oktober 2008.

    08/02554

    Mr. F.F. Langemeijer

    Parket, 11 juli 2008

    Conclusie inzake:

    Officier van Justitie te Amsterdam

    tegen

    [Verweerder]

    In deze zaak is een nieuwe voorwaardelijke machtiging verleend nadat betrokkene in een psychiatrisch ziekenhuis was opgenomen. Kan dat wel en is daarbij de juiste geneeskundige verklaring gebruikt?

  5. De feiten en het procesverloop

    1.1. Bij beschikking van de rechtbank te Amsterdam van 6 maart 2007 is een nieuwe voorwaardelijke machtiging verleend ten aanzien van gerekestreerde in cassatie (hierna: betrokkene), met een geldigheidsduur van een jaar (art. 14c lid 2 Wet Bopz).

    1.2. Kort voor het verstrijken van de geldigheidsduur heeft de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam, op 15 februari 2008, aan de rechtbank aldaar verzocht andermaal een nieuwe voorwaardelijke machtiging te verlenen. Betrokkene verbleef op dat moment thuis. Bij het verzoek waren gevoegd een geneeskundige verklaring van 8 februari 2008 van een niet bij de behandeling betrokken psychiater, een afschrift van het behandelingsplan en een beschrijving door de behandelaar van de geestelijke en lichamelijke toestand van de betrokkene, van de op hem toegepaste behandeling en de effecten daarvan (art. 14c lid 5 Wet Bopz).

    1.3. Op 6 maart 2008 heeft betrokkene zich vrijwillig laten opnemen in de kliniek Jellinek- Mentrum, lokatie SPDC Oud-West te Amsterdam. Deze kliniek is aangemerkt als een psychiatrisch ziekenhuis in de zin van art. 1 Wet Bopz.

    1.4. Na een incident in de kliniek heeft de burgemeester van Amsterdam op 10 maart 2008 een last tot inbewaringstelling gegeven (art. 20 Wet Bopz). Op 11 maart 2008 heeft de officier van justitie aan de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling verzocht.

    1.5. De rechtbank heeft beide verzoeken mondeling behandeld op 13 maart 2008, in aanwezigheid van betrokkene en zijn raadsvrouwe en de behandelend psychiater. Bij beschikking van diezelfde datum heeft de rechtbank de verzochte machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling afgewezen, op de grond dat bij betrokkene voldoende sprake is van bereidheid het verblijf in het psychiatrisch ziekenhuis op vrijwillige basis voort te zetten.

    1.6. Met betrekking tot het verzoek om een nieuwe voorwaardelijke machtiging heeft de rechtbank bij beschikking van 13 maart 2008 overwogen dat de op 6 maart 2007 verleende nieuwe voorwaardelijke machtiging als gevolg van de last tot inbewaringstelling heeft opgehouden te bestaan(1). Vervolgens stond de rechtbank voor de vraag of de verzochte nieuwe voorwaardelijke machtiging desondanks kon worden verleend. De rechtbank overwoog:

    "De nieuwe voorwaardelijke machtiging onderscheidt zich, voor zover hier van belang, slechts hierin van een voorwaardelijke machtiging dat een nieuwe voorwaardelijke machtiging een geldigheidsduur heeft van ten hoogste een jaar, terwijl een voorwaardelijke machtiging een geldigheidsduur heeft van ten hoogste zes maanden (vergelijk HR 9 januari 2004, LJN AN8082). De criteria op grond waarvan de machtigingen kunnen worden verleend, zijn dezelfde. Ter beoordeling staat thans of aan de voorwaarden van artikel 14a van de Wet Bopz is voldaan.

    De rechtbank is van oordeel, mede gelet op de inhoud van de geneeskundige verklaring en de toelichting daarop van de psychiater ter zitting, dat de stoornis van de geestvermogens van betrokkene, te weten een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type en cannabisafhankelijkheid, ook na afloop van de geldigheidsduur van de lopende machtiging aanwezig zal zijn en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT