Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 26 de Septiembre de 2008

Datum uitspraak26 de Septiembre de 2008
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

06/7225 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Naam appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),

tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 6 december 2006, 06/1976 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellante

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 26 september 2008

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, hoger beroep ingesteld.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2008, waar appellante is verschenen, bijgestaan door mr. De Jonge, voornoemd. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. M.K. Dekker.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Voor de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. De Raad volstaat thans met het volgende. In geding is het besluit van 21 april 2006 (hierna: bestreden besluit), waarbij het Uwv ongegrond heeft verklaard het bezwaar van appellante tegen het besluit van 12 september 2005. Daarbij heeft het Uwv de aan appellante toegekende uitkering ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), die laatstelijk werd berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%, met ingang van 3 november 2005 ingetrokken.

    2. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

    3. In hoger beroep is namens appellante - kort samengevat - aangevoerd dat haar psychische en bijkomende lichamelijke klachten zijn onderschat.

      Ter ondersteuning is verwezen naar de overlegde informatie van haar huisarts, de RIAGG en orthopedisch chirurg, alsook naar de rapporten van Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans (Psychosofia) en is verzocht om inschakeling van een deskundige.

    4. Evenals de rechtbank, ziet de Raad geen reden om de bevindingen van de (bezwaar)verzekeringsartsen met betrekking tot de klachten van appellante en de daaruit voortvloeiende beperkingen voor onjuist te houden. Naar het oordeel van de Raad is het onderzoek zorgvuldig en weloverwogen geweest, is de medische informatie van de RIAGG, huisarts en orthopedische chirurg meegewogen en is in de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) in voldoende mate rekening gehouden met alle klachten van appellante. In dit verband onderschrijft de Raad de onderzoeksbevindingen van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT