Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 2 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

Uitspraak: 2 mei 2013

Zaaknummer: HV 200.117.889/01

Zaaknummer eerste aanleg: 115255 / FA RK 12-489

in de zaak in hoger beroep van:

[X.],

wonende te [woonplaats],

appellant,

hierna te noemen: de man,

advocaat: voorheen mr. S. Smeets, thans mr. A. Hollman,

tegen

[Y.],

wonende te [woonplaats],

verweerster,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. C. Riechelmann-van Ravenstein.

  1. Het geding in eerste aanleg

    Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Roermond van 3 oktober 2012.

  2. Het geding in hoger beroep

    2.1. Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 5 december 2012, heeft de man verzocht, voor zover wettelijk mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voormelde beschikking te vernietigen en opnieuw rechtdoende de beschikking van de rechtbank Amsterdam d.d. 10 juni 2009 te wijzigen in die zin dat de man met ingang van 1 januari 2012 niet langer gehouden is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud van de vrouw te betalen, dan wel subsidiair voormelde beschikking van de rechtbank Amsterdam te wijzigen in die zin dat de man met ingang van 1 januari 2012 een bijdrage van € 418,14 bruto per maand verschuldigd is aan de vrouw, althans een zodanig bedrag en met ingang van een zodanige datum als het hof juist acht.

    2.2. Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 4 februari 2013, heeft de vrouw verzocht het verzoek van de man af te wijzen.

    2.3. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 27 maart 2013. Bij die gelegenheid zijn gehoord:

    - de man, bijgestaan door mr. Hollman;

    - de vrouw, bijgestaan door mr. R.A.H. Juliger, waarnemend voor mr. Riechelmann-van Ravenstein.

    2.4. Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:

    - het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 6 september 2012;

    - de brief met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 4 december 2012, ingekomen ter griffie van het hof op 13 maart 2013;

    - de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 11 maart 2013.

  3. De beoordeling

    3.1. Partijen zijn op 23 maart 1973 met elkaar gehuwd.

    Uit het huwelijk van partijen zijn geen nog minderjarige kinderen geboren.

    3.2. Bij beschikking van 10 juni 2009 heeft de rechtbank Amsterdam onder meer tussen partijen de echtscheiding uitgesproken, welke beschikking op 11 juni 2009 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

    3.2.1. Bij deze beschikking heeft de rechtbank voorts, uitvoerbaar bij voorraad, bepaald dat de regeling, zoals tussen partijen is overeengekomen in het aan de beschikking gehechte, door partijen op 15 april 2009 ondertekende echtscheidingsconvenant (hierna: het convenant), als in de beschikking herhaald en ingelast wordt beschouwd en deel uitmaakt van de beschikking.

    3.2.2. In het convenant is, voor zover thans van belang, onder 1.1. opgenomen:

    “Partijen wijken bewust af van de alimentatieberekening volgens de Trema-normen. De man neemt bewust en weloverwogen de keuze voor betaling van een aanzienlijk hogere alimentatieverplichting. Zij komen zelf het volgende overeen: de man verstrekt aan de vrouw een partneralimentatie van € 1.270,00 bruto per maand”

    Voorts...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT