Voorlopige voorziening van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 17 de Mayo de 2013

Datum uitspraak17 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzitter

201302853/2/R1.

Datum uitspraak: 17 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoeker], wonend te Baexem, gemeente Leudal,

en

de raad van de gemeente Leudal,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 februari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Kern Baexem" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.

[verzoeker] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad en [verzoeker] hebben nadere stukken ingediend.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 7 mei 2013, waar [verzoeker] is verschenen.

Overwegingen

  1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

  2. [verzoeker] verzoekt om schorsing van artikel 5, lid 5.5, onder 5.5.1 en f, van de planregels. In die bepaling zijn de opslag en de uitstalling ten behoeve van de verkoop van goederen en materialen voor de voorgevelrooilijn verboden. Volgens [verzoeker], die een autobedrijf exploiteert, stalt hij reeds sinds lange tijd auto's uit voor de voorgevelrooilijn en beschikt hij derhalve over een verworven recht. Voorts verzoekt [verzoeker] om het treffen van een voorlopige voorziening ten aanzien van het plandeel met de bestemming "Agrarisch" voor een gedeelte van zijn gronden. [verzoeker] voert aan dat hij reeds sinds lange tijd auto's uitstalt op de desbetreffende gronden en daardoor beschikt hij volgens hem ook daar over een verworven recht.

    2.1. Wat betreft het verzoek van [verzoeker] om schorsing van artikel 5, lid 5.5, onder 5.5.1 en f, van de planregels overweegt de voorzitter dat het daarin opgenomen verbod niet gold onder het voorheen geldende plan "Buitengebied Heythuysen 1999". De uitstalling door [verzoeker] van auto's voor de voorgevelrooilijn kan derhalve worden voortgezet op grond van het overgangsrecht in artikel 32 van de planregels. Gelet hierop bestaat geen zodanig spoedeisend belang dat een schorsing van artikel 5, lid 5.5, onder 5.5.1 en f, van de planregels rechtvaardigt.

    Wat betreft het plandeel met de bestemming "Agrarisch" voor een gedeelte van de gronden van [verzoeker] wordt overwogen dat niet in geschil is dat aan de desbetreffende gronden onder het voorheen geldende plan ook de bestemming...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT