Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Oost-Brabant, 1 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 1 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Oost-Brabant

RECHTBANK OOST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 13/387

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 mei 2013 in de zaak tussen

[eiser 1], [eiser 2] en de erven van [eiser 3] te Deurne, eisers

(gemachtigde: M.J.E. Driessen),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne, verweerder

(gemachtigde: mr. F.P.G. Ricken-Cleven).

Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: [vergunninghouder] te Deurne, vergunninghouder, gemachtigde mr. F.K. van den Acker.

Procesverloop

Bij besluit van 20 juli 2012 (het primaire besluit) heeft verweerder aan vergunninghouder voor het perceel [adres] te Deurne ([perceel]) een omgevingsvergunning verleend voor de activiteiten “het bouwen van een bouwwerk”, “een houtopstand te vellen of te doen vellen” en “een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen”.

Tegen dit besluit hebben eisers bij brief van 7 september 2012 bezwaar gemaakt.

Bij besluit van 13 december 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard en het besluit van 20 juli 2012 gehandhaafd.

Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2013. [eiser 1] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De overige eisers zijn verschenen bij gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Derde-partij heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1.1 De rechtbank gaat bij de beoordeling uit van de volgende feiten en omstandigheden.

1.2 Bij besluit van 19 april 2011 heeft verweerder aan vergunninghouder een vrijstelling verleend ingevolge artikel 19, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de bouw van een vrijstaande woning aan de [straat]. Dit besluit is voorbereid met afdeling 3.4 van de Awb. Eisers hebben in deze procedure zienswijzen naar voren gebracht. Het besluit is aan de gemachtigde van eisers toegezonden op 28 april 2011.

1.2 Vergunninghouder heeft op 4 juni 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning ingediend. De in geschil zijnde omgevingsvergunning is op 20 juli 2012 aan de aanvrager verzonden. De omgevingsvergunning is gepubliceerd in het Weekblad voor Deurne van 26 juli 2012 met de volgende tekst: “Verleende omgevingsvergunningen reguliere procedure. De vermelde datum is de datum van verzending van het besluit aan de aanvrager. (..) [adres], bouwen woning (20-7-2012);” De omgevingsvergunning is niet aan eisers toegezonden.

1.3 Bij mailbericht van 3 september 2012, na afloop van de bezwaartermijn op 31 augustus 2012 heeft verweerder de gemachtigde van eisers bericht dat de omgevingsvergunning is verleend op bovengenoemde datum.

1.4 De rechtbank heeft op 4 september 2012 het door eisers ingediende pro forma beroepschrift ontvangen en als bezwaarschrift aan verweerder doorgezonden.

1.5 Na het instellen van beroep is [eiser 3] overleden. [dochter] in haar hoedanigheid van vertegenwoordiger van ‘beheerder van de [Familie], eigenaren van [adres 2] te Deurne’ heeft een volmacht tot vertegenwoordiging aan gemachtigde afgegeven.

  1. In het bestreden besluit heeft verweerder, conform het advies van de gemeentelijke bezwaarschriftencommissie het bezwaarschrift van eisers ontvankelijk verklaard en ongegrond verklaard.

    3.1 Verweerder heeft in het verweerschrift aangegeven dat eiser [eiser 3] is overleden en dat zijn dochter [dochter] niet als belanghebbende kan worden aangemerkt omdat zij in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT