Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 21 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Sector civiel recht

zaaknummer HD 200.100.201/01

arrest van 21 mei 2013

in de zaak van

  1. [Notaris],

    wonende te [woonplaats],

  2. [NOTARISKANTOOR] NOTARISSEN B.V.,

    gevestigd te [vestigingsplaats],

    appellanten,

    advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven,

    tegen

    [geïntimeerde],

    wonende te [woonplaats],

    geïntimeerde,

    advocaat: mr. R.H.J. van Gulick,

    als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 28 februari 2012 in het hoger beroep van de door de rechtbank Breda gewezen vonnissen van 2 februari 2011 en 28 september 2011.

    Appellanten zullen hierna gezamenlijk [appellanten] (in mannelijk enkelvoud) en afzonderlijk ‘de notaris’ en ‘het notariskantoor’ genoemd worden en geïntimeerde zal [geïntimeerde] genoemd worden.

  3. Het tussenarrest van 28 februari 2012

    Bij genoemd arrest heeft het hof een comparitie na aanbrengen gelast en is iedere verdere beslissing aangehouden.

  4. Het verdere verloop van de procedure

    6.1. De comparitie heeft op 16 april 2012 plaatsgevonden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Partijen zijn niet tot een regeling gekomen en de zaak is naar de rol verwezen voor memorie van grieven.

    6.2. Bij memorie van grieven heeft [appellanten] twee grieven aangevoerd, bewijs aangeboden en – samengevat – geconcludeerd tot, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

  5. vernietiging van de vonnissen waarvan beroep,

  6. afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde],

  7. veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling van hetgeen [appellanten] ter uitvoering van de bestreden vonnissen reeds aan [geïntimeerde] heeft voldaan, te vermeerderen met de (samengestelde) wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot de dag van restitutie en

  8. veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties.

    6.3. Bij memorie van antwoord heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden en twee producties overgelegd.

    6.4. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  9. De gronden van het hoger beroep

    Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

  10. De verdere beoordeling

    8.1. Geen grieven zijn gericht tegen rechtsoverweging 3.1. van het vonnis van 28 september 2011, waarin de rechtbank heeft weergegeven van welke feiten zij is uitgegaan. Het hof zal derhalve van diezelfde feiten uitgaan. Daarnaast zijn enkele andere feiten komen vast te staan, als enerzijds gesteld, en anderzijds niet voldoende gemotiveerd bestreden. Het gaat in deze zaak – kort weergegeven – om het volgende.

    1. Op 18 juni 2001 hebben [geïntimeerde] en de heer [ex-partner] (hierna: [ex-partner]) tezamen, ieder voor de helft, de eigendom verkregen van de onroerende zaak aan de [straatnaam 1] [huisnummer] te [plaats] (hierna: de woning). Zij hebben in verband met de aankoop van de woning een hypothecaire geldlening afgesloten bij de SNS Bank.

    2. In december 2002 is de affectieve relatie tussen [geïntimeerde] en [ex-partner] geëindigd.

    3. Op 9 januari 2003 is ten overstaan van de notaris, destijds werkzaam binnen het verband van het notariskantoor, een akte van verdeling gepasseerd ter zake de woning, waarbij de volle eigendom van de woning aan [ex-partner] is toebedeeld en geleverd. De ex-partners zijn daarbij verder overeengekomen dat [ex-partner] de op de woning drukkende hypothecaire lasten voor zijn rekening zou nemen en dat hij wegens overbedeling aan [geïntimeerde] zou voldoen een bedrag van € 10.000,--.

    4. In genoemde akte van verdeling – ingeschreven bij het kadaster op 10 januari 2003 – is onder meer het volgende opgenomen:

      “(…)

      Ontslag hoofdelijk mededebiteur

      De comparanten komen overeen dat de comparante sub 2 (toevoeging Hof: [geïntimeerde]) genoemd zal worden ontslagen als hoofdelijk mededebiteur van voormelde geldlening onder hypothecair verband. De comparant sub 1 (toevoeging Hof: [ex-partner]) vrijwaart de comparante sub 2 voor alle aanspraken uit voormelde geldlening.

      Ontbindende voorwaarde

      Deze verdeling is geschied onder de ontbindende voorwaarde dat aan de comparante sub 2 ontslag wordt verleend uit de hoofdelijke aansprakelijkheid als voormeld.

      (…)

      De zakelijke inhoud van de akte is aan de verschenen personen opgegeven en toegelicht. Vervolgens hebben zij eenparig verklaard op volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen, tijdig voor het verlijden een conceptakte te hebben ontvangen, van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en met de inhoud in te stemmen. De akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend door de comparanten en mij, notaris (…)”

    5. Bij brief van 20 januari 2006 heeft Notariskantoor [X.] [geïntimeerde] medegedeeld, kort gezegd, dat de woning van [ex-partner] in opdracht van de SNS Bank executoriaal zal worden verkocht en dat [geïntimeerde] jegens de SNS Bank hoofdelijk aansprakelijk is voor de schuld die na de verkoop van de woning resteert, omdat voor haar nimmer ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening is aangevraagd.

    6. Op 6 januari 2006 is de woning, met instemming van zowel de SNS Bank als [geïntimeerde], onderhands verkocht. Na de levering van de woning op 2 februari 2006 is een bedrag van € 376.003,46 op de hypothecaire geldlening afgelost.

    7. Bij brief van 9 augustus 2007 is [geïntimeerde] door (de incassogemachtigde van) de SNS Bank gesommeerd binnen drie dagen over te gaan tot betaling van een bedrag...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT