Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 22 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Team straf 1

Parketnummer: 10/996528-10

Datum uitspraak: 22 mei 2013

Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [datum] te [plaatsnaam],

ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie op het adres [adres],

raadsman mr. A. Moszkowicz, advocaat te Amsterdam, waargenomen door

mr. A.M.J. Comans, advocaat te Amsterdam.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING

Het onderzoek op de terechtzitting heeft plaatsgevonden op 10 april 2013. Het onderzoek is, gelijktijdig met het onderzoek tegen andere verdachten in de mega-zaak Buggiba, gesloten op 8 mei 2013.

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de nadere omschrijving tenlastelegging, waarbij de oorspronkelijke opgave van de feiten als bedoeld in artikel 261, derde lid van het Wetboek van Strafvordering op vordering van de officier van justitie is gewijzigd. Deze tekst is als bijlage I aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.

EIS OFFICIER VAN JUSTITIE

De officieren van justitie mrs. C.E.J. Backer en M. Erskine, hierna gezamenlijk aangeduid als de officier van justitie, hebben gerekwireerd tot:

- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 primair ten laste gelegde;

- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest;

- verbeurdverklaring van de in beslag genomen goederen.

GELDIGHEID DAGVAARDING

Feit 2

Namens de verdachte is opgemerkt dat de zinsnede; “(…) er sprake is van (een) onjuiste en/of fictieve dienstverband(en) en/of salaris(sen)”, opgenomen in de tenlastelegging van feit 2, ‘niet helemaal duidelijk is’ en dat in die zin sprake zou zijn van partiële nietigheid van de dagvaarding.

Omdat de raadsman aan zijn opmerking geen (duidelijke) conclusie verbindt, zal de rechtbank deze verder onbesproken laten.

Feit 3

Namens de verdachte is aangevoerd dat de dagvaarding ten aanzien van feit 3 partieel nietig is nu niet duidelijk is op welke personen het woord “waaronder” in de tenlastelegging ziet.

De verdachte wordt onder 3 verweten dat hij, al dan niet samen met zijn mededader(s), valselijk en/of listiglijk en /of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid heeft doen voorkomen dat een of meer personen, waaronder negen bij naam genoemde personen, voldoen aan de voorwaarden om als vreemdeling in Nederland arbeid te verrichten en/of te verblijven.

Tegen de achtergrond van de inhoud van het dossier is ten aanzien van de met naam genoemde negen personen duidelijk waarop de beschuldiging ziet. Met het woord ‘waaronder’ wordt aan de verdachte verweten dat hij ook nog voor andere personen op eenzelfde wijze – als voor de met naam genoemde negen personen – valse aanvragen zou hebben gedaan. Niet duidelijk is om welke personen dit zou gaan. Hiermee is ten aanzien van het woord ‘waaronder’ in de tenlastelegging niet voldaan aan de eisen die worden gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank zal dan ook de dagvaarding partieel nietig verklaren voor zover het de opname van het woord ‘waaronder’ in de tenlastelegging van feit 3 betreft.

Feit 5

Namens de verdachte is aangevoerd dat de dagvaarding nietig is wat betreft het tenlastegelegde (gewoonte) witwassen vermeld in feit 5, omdat niet duidelijk is waartegen de verdachte zich heeft te verdedigen nu dit feit onvoldoende omschreven is.

De rechtbank verwerpt dit verweer. Onder 5 is aan de verdachte deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd. Die organisatie zou onder meer ‘witwassen’ tot oogmerk hebben. De tenlastelegging voldoet op dit punt aan de daaraan krachtens artikel 261 Sv te stellen eisen en bevat een zodanige opgave van het feit en de omstandigheden waaronder dat feit is begaan dat het de verdachte duidelijk is waartegen hij zich moet verdedigen. Een nadere omschrijving van het witwassen waarop het oogmerk van de organisatie mede gericht zou zijn, is in dit verband niet vereist.

MOTIVERING VRIJSPRAAK

Feit 1

Onder 1 wordt de verdachte, kort gezegd, ten laste gelegd dat hij in vereniging met een of meer anderen uit hoofde van beroep of uit gewoonte negen met name genoemde vreemdelingen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot Nederland en/of dat hij uit winstbejag die vreemdelingen behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in Nederland, of daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, terwijl de verdachten wisten of ernstige redenen hadden om te vermoeden dat die toegang of dat verblijf wederrechtelijk is.

De tenlastelegging is toegesneden op het bepaalde in artikel 197a leden 1, 2 en 4 van het Wetboek van Strafrecht. Deze bepalingen strekken ertoe uitvoering te geven aan de internationale verplichting sancties te treffen tegen een ieder die een vreemdeling opzettelijk helpt om illegaal het grondgebied van Nederland binnen te komen en tegen een ieder die een vreemdeling uit winstbejag opzettelijk behulpzaam is bij een illegaal verblijf op Nederlands grondgebied.

In deze zaak is vast komen te staan dat de verdachte samen met anderen vreemdelingen die daarop geen aanspraak konden maken, heeft gefaciliteerd bij het verkrijgen van een verblijfsstatus in Nederland. Daarmee verwierven die vreemdelingen de mogelijkheid ogenschijnlijk legaal Nederland in te reizen en zich daar vervolgens op te houden. Dat is echter niet voldoende voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde. Beoordeeld moet immers worden of het de betreffende personen op het moment dat zij daadwerkelijk Nederland inreisden en daar - naar het zich laat aanzien: kortstondig - verbleven, ontbrak aan een geldige titel voor die inreis en dat verblijf.

Voor de meeste vreemdelingen die vermeld zijn in de tenlastelegging biedt het dossier wel aanknopingspunten voor data waarop zij Nederland zijn ingereisd, doch er is geen wettig en overtuigend bewijs aangetroffen dat die vreemdelingen op die data niet beschikten over een geldige titel om Nederland in te reizen en daar - kortstondig - te verblijven. Dat laatste geldt uit de aard der zaak eens te meer ten aanzien van de vreemdelingen voor wie geen aanknopingspunten zijn gevonden voor data van inreis in Nederland.

De verdachte zal daarom van de onder 1 ten laste gelegde mensensmokkel worden vrijgesproken.

Feit 2

Aan de verdachte is - kort weergegeven - ten laste gelegd dat hij zich, samen en in vereniging met een of meer anderen, ten aanzien van 15 in de tenlastelegging gespecificeerde documenten heeft schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift. Het gaat daarbij telkens om geschriften die in strijd met de waarheid het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen een vreemdeling en een in Nederland gevestigde werkgever inhouden of suggereren, en/of die in strijd met de waarheid inhouden of suggereren dat de betreffende vreemdeling daadwerkelijk in Nederland zijn verblijfplaats heeft.

Dat die stukken een rol hebben vervuld bij het zich verschaffen van een verblijfsstatus door de vreemdelingen die daar geen aanspraak op konden maken en voor wie de verdachte bij het verkrijgen van die status als bemiddelaar optrad, is op zichzelf niet reeds voldoende om tot bewezenverklaring van valsheid in geschrift terzake te komen.

Aan de verdachte wordt om te beginnen meer specifiek verweten dat hij die geschriften samen en in vereniging met een of meer anderen heeft opgemaakt en/of vervalst. Het dossier biedt echter geen aanknopingpunten voor een mogelijke vervalsing van een of meer reeds bestaande stukken. Verder geldt dat van geen van die geschriften kan worden vastgesteld door wie deze zodanig zijn vervolmaakt - door deze waar nodig verder in te vullen en/of te ondertekenen - dat deze een bewijsbestemming hebben verkregen. Ook kan niet worden vastgesteld of de verdachte daarbij een rol heeft vervuld die hem tot (mede)pleger van het valselijk opmaken van die stukken maakt. De omstandigheid dat bij de verdachte thuis of op kantoor kopieën van deze of soortgelijke valselijk opgemaakte stukken zijn aangetroffen, maakt dat niet anders. Dat laatste geldt ook ten aanzien van de tekstbestanden van de arbeidsovereenkomsten die onder 5A tot en met 5D in de tenlastelegging zijn opgesomd en die volgens enkele processen-verbaal van relaas als bestand in een computer van de verdachte zijn aangetroffen en waarvan de auteur volgens de bijlage van het overzichtsproces-verbaal genummerd AMB 108 [verdachte] zou zijn (de overeenkomsten onder 5B, 5C en 5D).

Aan de verdachte is verder ten laste gelegd dat hij samen en in vereniging met een of meer anderen van die 15 geschriften gebruik heeft gemaakt door deze toe te zenden aan het UWV-werkbedrijf en/of het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) en/of de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Niet is gebleken dat de verdachte de betreffende aanvragen strekkend tot verkrijging of verlenging van een verblijfsdocument en/of tot afgifte of verlenging van een tewerkstellingsvergunning zelf heeft ingediend bij de IND respectievelijk het UWV/CWI. De aanvragen tot afgifte of verlenging van de tewerkstellingsvergunningen zijn, zo volgt uit de betreffende aangiften van het UWV, ingediend door een advocaat, niet zijnde een medeverdachte in deze zaak. De aanvragen strekkend tot verkrijging van een verblijfsvergunning of een verlenging daarvan zijn, zo valt te lezen in de betreffende aangiften van de IND, ingediend ten behoeve van de vreemdeling - naar valt aan te nemen op naam van het bedrijf waarvoor de vreemdeling in naam zou gaan werken - of zijn door de vreemdeling zelf ingediend. Niet kan worden vastgesteld dat degenen die de betreffende aanvragen daadwerkelijk indienden daarbij opzettelijk gebruik maakten van valse geschriften; het komt zelfs niet onaannemelijk voor dat men meende tegen betaling van aanzienlijke bemiddelingskosten op legitieme wijze een verblijfsstatus te verwerven. Voorts kan niet worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een zodanig nauwe en bewuste...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT