Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 23 de Mayo de 2013

Datum uitspraak23 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/6443 AW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van

21 september 2011, 11/2118 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.] (appellante)

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (minister)

Datum uitspraak 23 mei 2013.

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. M.J.J.M. Boelen hoger beroep ingesteld.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 april 2013. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.J. Taselaar. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.A. in ’t Veld en drs. J.A. Schoneveld. Op verzoek van appellante is ter zitting verschenen en als getuige gehoord [naam getuige].

OVERWEGINGEN

  1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende hier van belang zijnde feiten en omstandigheden.

    1.1. Appellante heeft een vaste aanstelling bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en is werkzaam bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Met ingang van 1 augustus 2007 is zij voor de duur van vier jaar gedetacheerd geweest in de functie van Immigration Liaison Officer (ILO) bij de Nederlandse ambassade te Pretoria. De kosten van het onderwijs van haar twee schoolgaande kinderen die in Pretoria een internationale school hebben bezocht werden vergoed overeenkomstig artikel 19 van het Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2007 (DBZV 2007).

    1.2. Op 1 april 2010 heeft appellante verzocht haar detachering per 1 augustus 2010 te beëindigen en haar ouderschapsverlof te verlenen tot 14 maart 2011 en daarop aansluitend buitengewoon verlof. De reden hiervoor is gelegen in het feit dat haar partner met ingang van 1 augustus 2010 de functie van [naam functie] van het Kabinet van de Gouverneur te Aruba zal gaan vervullen. Conform het verzoek van appellante is de detachering beëindigd en het gevraagde verlof verleend.

    1.3. Bij brief van 20 mei 2010 heeft appellante verzocht de onderwijskosten van de Internationale School in Aruba ten behoeve van haar twee kinderen vanaf 1 augustus 2010 te vergoeden met toepassing van artikel 77 van het DBZV 2007. Bij brief van 2 juli 2010 heeft appellante de minister verzocht om de onderwijskosten van de Internationale School in Aruba per 14 maart 2011 te vergoeden op grond van artikel 90 van het DBZV 2007, de zogenaamde hardheidsclausule.

    1.4. Bij besluit van 16...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT