Voorlopige voorziening van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 24 de Mayo de 2013

Datum uitspraak24 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzitter

201303784/2/A1.

Datum uitspraak: 24 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), hangende het hoger beroep van:

[verzoekster], wonend te Ede,

tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 28 maart 2013 in de

zaken nrs. 12/2120 en 13/455 in het geding tussen:

[verzoekster]

en

het college van burgemeester en wethouders van Ede.

Procesverloop

Bij besluit van 17 november 2011 heeft het college [verzoekster] op straffe van een dwangsom gelast om de zonder bouwvergunning op het perceel [locatie] te Ede (hierna: het perceel) gebouwde bouwwerken, alsmede een terreinverharding, te verwijderen, en het met het bestemmingsplan strijdige gebruik van het perceel te beëindigen.

Bij besluit van 30 maart 2012 heeft het college het door [verzoekster] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard en dat besluit, zij het onder wijziging van de motivering ervan, in stand gelaten.

Bij besluit van 4 juni 2012 heeft het college het besluit van 30 maart 2012 in die zin gewijzigd dat, onder het stellen van eisen, de termijn, waarbinnen aan de last moet zijn voldaan, is verlengd tot zes weken na de uitspraak van de rechtbank op het daartegen ingestelde beroep.

Bij besluit van 5 februari 2013 heeft het college het door [verzoekster] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en dat besluit, onder wijziging van de motivering ervan, in stand gelaten.

Op 5 oktober 2012 heeft het college tot invordering van € 4.600,00 aan verbeurde dwangsommen besloten.

Op 31 januari 2013 heeft het college tot invordering van € 15.400,00 aan verbeurde dwangsommen besloten.

Bij uitspraak van 28 maart 2013, voor zover thans van belang, heeft de rechtbank het door [verzoekster] tegen het besluit van 30 maart 2012 bij haar ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, doch de rechtsgevolgen ervan in stand gelaten, het tegen het besluit van 4 juni 2012 ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard, en het tegen het besluit van 5 februari 2013 ingestelde beroep gegrond, dat besluit vernietigd, doch ook de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [verzoekster] hoger beroep ingesteld.

Tevens heeft zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 mei 2013, waar...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT