Voorlopige voorziening van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 21 de Mayo de 2013

Datum uitspraak21 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Voorzitter

201301640/2/R4.

Datum uitspraak: 21 mei 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:

  1. de stichting Stichting Nationaal Landschapskundig Museum en Documentatiecentrum "Telluris", gevestigd te Dordrecht,

  2. [verzoeker sub 2], wonend te Dordrecht, en anderen,

    verzoekers,

    en

    de raad van de gemeente Dordrecht,

    verweerder.

    Procesverloop

    Bij besluit van 13 november 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Nieuwe Dordtse Biesbosch" vastgesteld.

    Tegen dit besluit hebben onder meer de stichting en [verzoeker sub 2] en anderen beroep ingesteld.

    De stichting en [verzoeker sub 2] en anderen hebben de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

    De voorzitter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 2 mei 2013, waar de stichting, vertegenwoordigd door [gemachtigden], [verzoeker sub 2] en anderen, vertegenwoordigd door [verzoeker sub 2] en mr. J.A.M. van der Velden, advocaat te Breda, en de raad, vertegenwoordigd door mr. H.W.J. Visser, P.J. de Haas en drs. M.P.J.M. Janssen, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

    Overwegingen

  3. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

  4. Het plan bevat een juridisch-planologische regeling voor de Dordtse Biesbosch. Doel van het plan is het bieden van een planologisch kader voor de herinrichting van een deel van het agrarisch gebied tot ruimte voor natuurontwikkeling en recreatie. Aangrenzend aan en deels binnen het plangebied is het Natura 2000-gebied Biesbosch gelegen.

  5. De stichting en [verzoeker sub 2] en anderen kunnen zich niet met het plan verenigen. Hiertoe betogen [verzoeker sub 2] en anderen onder meer dat ten onrechte geen plan-MER is opgesteld.

  6. Ingevolge artikel 19j, eerste lid, aanhef en onder a, van de Nbw 1998 houdt een bestuursorgaan bij het nemen van een besluit tot het vaststellen van een plan dat, gelet op de instandhoudingsdoelstelling, met uitzondering van de doelstellingen, bedoeld in artikel 10a, derde lid, voor een Natura 2000-gebied, de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in dat gebied kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen, ongeacht de beperkingen die terzake in het wettelijk voorschrift waarop...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT