Hoger beroep van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak28 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.108.255

(zaaknummer rechtbank 295035)

arrest van de eerste kamer van 28 mei 2013

in de zaak van

  1. [appellant sub 1],

    wonende te [woonplaats],

    en

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    [appellant sub 2],

    gevestigd te [plaats],

    appellanten,

    advocaat: mr. A.P. Maes,

    tegen:

  3. [geïntimeerde sub 1],

    en

  4. [geïntimeerde sub 2],

    beiden tot 31 december 2010 maat van de openbare maatschap

    [maatschap]

    en wonende te Utrecht,

    geïntimeerden,

    advocaat: mr. F.A.M. Knüppe.

    Appellanten zullen hierna ook [appellanten]. worden genoemd. Geïntimeerden zullen ook met [geïntimeerde sub 1] respectievelijk [geïntimeerde sub 2] worden aangeduid. De (ontbonden) maatschap [maatschap] zal [maatschap] worden genoemd.

  5. Het geding in eerste aanleg

    Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van 2 februari 2011 en 7 september 2011 die de rechtbank Utrecht tussen [appellanten]. als eisers en Bos & van Gorcom als gedaagde heeft gewezen.

  6. Het geding in hoger beroep

    2.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - de appeldagvaardingen van 10 november 2011 (met een grief) met producties,

    - het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 januari 2012;

    - het exploot van oproeping van 6 juni 2012;

    - de conclusie van eis in hoger beroep;

    - de memorie van antwoord.

    2.2 Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest. Gelet op artikel CIII van de Wet herziening gerechtelijke kaart (Staatsblad 2012, 313) wordt in deze voor 1 januari 2013 aanhangig gemaakte zaak uitspraak gedaan door het hof Arnhem-Leeuwarden, locatie Arnhem.

  7. De vaststaande feiten

    Het hof gaat uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.7 van het vonnis van 7 september 2011.

  8. De motivering van de beslissing in hoger beroep

    4.1 Het gaat in deze zaak om het volgende.

    [appellanten]. heeft in september 2005 een bedrijfspand in [plaats] gekocht van [X] en [Y] (verder gezamenlijk te noemen: [X]). [makelaar] trad als makelaar van [X] op. In de op 26 september 2005 door [appellanten]. en [X] ondertekende koopovereenkomst, een standaard NVM-koopakte bedrijfsonroerend goed, is onder meer bepaald (art. 5.4.3) dat de verkoper niet bekend is of in de onroerende zaak asbest is verwerkt.

    [appellanten]. en [X] zijn overeengekomen dat de levering van het pand op 1 december 2005 zou plaats vinden ten overstaan van de in de akte genoemde notaris. Op die datum heeft [makelaar] namens [X] ten kantore van de notaris verklaard dat in de koopakte en de leveringsakte een fout was geslopen, omdat [X] er toch mee bekend was dat in het pand (in het dakbeschot) asbest aanwezig was.

    [appellanten]. heeft daarop geweigerd mee te werken aan de levering en heeft zich vervolgens tot [geïntimeerde sub 1] gewend voor juridische bijstand. Mr. Van Gorcom heeft bij brief van 7 december 2005 - gericht aan [makelaar] met afschrift per faxbericht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT