Kort geding van Rechtbank Limburg, Voorzieningenrechter, 28 de Mayo de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 28 de Mayo de 2013 |
Uitgevende instantie: | Voorzieningenrechter |
vonnis
RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/180361 / KG ZA 13-172
Vonnis in kort geding van 28 mei 2013
in de zaak van
[EISER],
wonende te Maasmechelen (België),
eiser,
advocaat mr. L.C. van Kasteren te Maastricht;
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT LIMBURG,
zetelend te Maastricht,
gedaagde,
vertegenwoordigd door mr. E.H.M.H. Prickartz en mr. M.M.H.J. Rompelberg.
-
Het verloop van de procedure
Eiser, hierna te noemen: “[eiser]”, heeft gedaagde, hierna te noemen: “de Orde”, gedag¬vaard in kort geding. Op de dienende dag, 23 mei 2013, heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna hij zijn vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties nader heeft doen toelichten.
De Orde heeft aan de hand van een pleitnota verweer gevoerd, daarbij eveneens verwijzend naar op voorhand toegezonden producties.
Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd.
Ten slotte hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
-
Het geschil
2.1.[eiser], advocaat, is bij beslissing van het Hof van Discipline in het ressort `’s-Hertogenbosch (verder te noemen: “het Hof”) van 8 april 2013 de maatregel van schorsing in de uitoefening de praktijk voor de duur van vier weken opgelegd. Het Hof heeft daarbij bepaald dat deze schorsing ingaat op 1 mei 2013 of, indien [eiser] alsdan uit anderen hoofde is geschorst in de praktijkuitoefening of niet op het tableau staat ingeschreven, on-middellijk aansluitend hieraan. Bij een tweede beslissing van gelijke datum is [eiser] door datzelfde Hof de maatregel van schorsing in de uitoefening de praktijk voor de duur van vier weken opgelegd. Het Hof heeft daarbij bepaald dat deze schorsing ingaat op 29 mei 2013 of, in¬dien [eiser] alsdan uit anderen hoofde is geschorst in de praktijkuitoefening of niet op het tableau staat ingeschreven, onmiddellijk aansluitend hieraan.
2.2.[eiser], die niet alleen advocaat is, maar ook NMI Register-mediator en belasting¬adviseur, heeft de Deken van de Orde (verder te noemen: “de Deken”) bij schrijven van 12 april 2013 verzocht te berichten of hij gedurende de in 2.1. genoemde maatregelen zijn beroepen van mediator en belastingadviseur mag blijven uitoefenen. Letterlijk houdt dat schrijven – voor zover te dezen van belang – het volgende in:
“Voorts lees ik dat men niet mag optreden in zaken als gemachtigde. Echter, de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT