Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 4 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 4 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.097.531/01

arrest van 4 juni 2013

in de zaak van

[X.],

wonende te [woonplaats],

principaal appellant,

incidenteel geïntimeerde,

advocaat: mr. A.A.M. Broos te Utrecht,

tegen

Mammoet Road Cargo B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

principaal geïntimeerde,

incidenteel appellante,

advocaat: mr. M.P. Poelman te Tilburg,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 17 januari 2012 in het hoger beroep van de door de rechtbank Breda, team kanton, locatie Bergen op Zoom onder zaaknummer 598207 CV EXPL 10-2812 gewezen vonnissen van 2 februari 2011 en 10 augustus 2011.

  1. Het tussenarrest van 17 januari 2012

    Bij genoemd arrest heeft het hof een comparitie na aanbrengen gelast en is iedere verdere beslissing aangehouden.

  2. Het verdere verloop van de procedure

    6.1 De comparitie heeft op 5 maart 2012 plaatsgevonden. Daarvan is proces-verbaal opgemaakt. Partijen zijn niet tot een regeling gekomen en de zaak is naar de rol verwezen voor memorie van grieven.

    6.2 Bij memorie van grieven met producties heeft [appellant] vijf grieven aangevoerd (abusievelijk is de vijfde grief als grief IV aangeduid) en geconcludeerd tot vernietiging van de vonnissen waarvan beroep, voor zover de vorderingen van [appellant] zijn afgewezen en na wijziging van eis, kort gezegd,

    te verklaren voor recht:

    1. dat [appellant] op grond van artikel 19 van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Goederenvervoer Nederland (hierna: de CAO) over de periode van eind september 2009 tot 3 januari 2010 recht behoudt op zijn loon als planner van € 3.495,20 bruto per vier weken, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag en vanaf 3 januari 2010 naast zijn loon als internationaal chauffeur recht heeft op een persoonlijke toeslag van € 598,18 bruto per vier weken, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag;

      en Mammoet Road Cargo te veroordelen:

    2. om aan [appellant] uiterlijk binnen één maand na betekening van het in deze procedure te wijzen arrest een correcte en inzichtelijke berekening te verstrekken van het achterstallige loon en de achterstallige persoonlijke toeslag, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,-- per dag voor elke dag dat Mammoet Road Cargo na voornoemde termijn in gebreke blijft om aan deze veroordeling te voldoen, dit met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 25.000,--;

    3. om gelijktijdig met verstrekking van de berekening genoemd onder B over te gaan tot betaling van het verschuldigde achterstallige loon en de verschuldigde achterstallige toeslag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, redelijkheidshalve gesteld op 25% hiervan, alsook te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vervaldata tot aan de datum der voldoening;

    4. om na betaling van de achterstallige persoonlijke toeslag aan [appellant] per periode van vier weken een persoonlijke toeslag te betalen van € 598,18 bruto, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag, dit tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is beëindigd;

    5. om aan [appellant] de proceskosten te betalen in beide instanties.

      6.3 Bij memorie van antwoord heeft Mammoet Road Cargo primair betoogd dat [appellant] niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep en subsidiair de grieven bestreden. Voorts heeft zij incidenteel appel ingesteld, waarbij zij tegen de in het principaal appel bestreden vonnissen één grief heeft aangevoerd en heeft geconcludeerd tot vernietiging van de in het principaal appel bestreden vonnissen, alsmede, kort gezegd, tot niet-ontvankelijk verklaring van [appellant] in zijn vorderingen, althans tot afwijzing van de vorderingen van [appellant], alles met veroordeling van [appellant] tot terugbetaling van al hetgeen op basis van de bestreden vonnissen aan hem is voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling aan hem tot aan de datum van terugbetaling door hem, een en ander met veroordeling van [appellant] in de kosten van beide instanties. Tevens heeft Mammoet Road Cargo voor het geval het gerechtshof artikel 19A van de CAO van toepassing acht, gevorderd dat het hof bepaalt dat de passage “voor de werknemer van 50 jaar en ouder, die minimaal tien jaar in dienst is van de werkgever of voor de werknemer die minimaal 25 jaar in dienst is van de werkgever zal de persoonlijke toeslag niet worden afgebouwd” een verboden onderscheid is naar leeftijd.

      6.4. Bij memorie van antwoord in incidenteel appel heeft [appellant] de grief bestreden.

      6.5 [appellant] heeft daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.

  3. De gronden van het hoger beroep

    Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memories van grieven.

  4. De verdere beoordeling

    In het principaal en het incidenteel appel

    8.1 In rechtsoverweging 3.1 van het tussenvonnis van 2 februari 2011 heeft de rechtbank vastgesteld van welke feiten in dit geschil wordt uitgegaan. Met grief I in het principaal appel wordt deze vaststelling...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT