Herziening van Centrale Raad van Beroep, 5 de Junio de 2013

Datum uitspraak 5 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/6114 WWB

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Raad van 29 juni 2010, 09/712 WWB

Partijen:

[A. te B.] (verzoekster)

het college van burgemeester en wethouders van Roermond (college)

Datum uitspraak 5 juni 2013.

PROCESVERLOOP

Verzoekster heeft verzocht om herziening van de hiervoor genoemde uitspraak van de Raad. Nadien heeft mr. H.M.J. Offermans, advocaat, zich als gemachtigde van verzoekster gesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

Verzoekster heeft nadere stukken ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 april 2013. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door mr. Offermans. Het college heeft zich met kennisgeving niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

  1. Ingevolge artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met artikel 21 van de Beroepswet kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten en omstandigheden die:

    1. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;

    2. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en

    3. waren zij bij de Raad bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.

  2. Bij de uitspraak waarvan thans om herziening wordt verzocht, heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Roermond van 24 december 2008, 07/1200, bevestigd. In geding was de afwijzing door het college van de aanvraag om bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag over de periode van 1 juli 2005 tot en met 31 december 2005. De Raad heeft, voor zover van belang, overwogen dat aan verzoekster over genoemde periode huursubsidie is verleend, zodat in beginsel artikel 15, eerste lid, van de Wet werk en bijstand aan het verlenen van bijzondere bijstand in de weg stond. Het enkele feit dat deze huursubsidie later is teruggevorderd maakt dit niet anders aangezien de terugvordering van de huursubsidie onverlet laat dat verzoekster over de betreffende periode daarover kon beschikken. De Raad heeft daaraan nog toegevoegd dat als vaststaand mag worden aangenomen dat, indien het ministerie van VROM tijdig over de juiste in aanmerking te nemen inkomensgegevens van verzoekster had beschikt, aan haar in plaats van huursubsidie tot 1 januari 2006 een bijdrage in de woonkosten op grond van de toentertijd nog geldende Vangnetregeling had kunnen worden toegekend. Dat de Vangnetregeling ten tijde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT