Hoger beroep kort geding van Gerechtshof Den Haag (Nederland), 2 de Abril de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 2 de Abril de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.103.097/01

Zaaknummer Rechtbank : 411233/KORT GEDING ZA 12-57

arrest d.d. 2 april 2013

inzake

de man,

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. N.P.J.M. Kreté-Marres te Den Haag,

tegen

de vrouw,

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. V.L.T. van Roy te Leiden

  1. Het geding

    Bij exploot van 23 februari 2012 is de man in hoger beroep gekomen van het vonnis van 9 februari 2012 van de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage tussen de partijen gewezen.

    Voor de loop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar hetgeen de voorzieningenrechter daaromtrent in het bestreden vonnis heeft vermeld.

    In het exploot van de dagvaarding heeft de man twee grieven geformuleerd.

    Bij memorie van antwoord heeft de vrouw de grieven bestreden.

    De man heeft zijn procesdossier overgelegd en arrest gevraagd.

    De vorderingen

  2. Het gaat in deze zaak om het volgende. In het kader van de verdeling van de gemeenschappelijke goederen van partijen is de woning van partijen aan de [adres] bij beschikking van de rechtbank ‘s-Gravenhage van 6 september 2011 aan de vrouw toegedeeld. De rechtbank is er blijkens de overwegingen daarbij van uitgegaan dat de datum van de feitelijke overdracht van de woning aan de vrouw nabij de datum van genoemde beschikking, dus 6 september 2011 ligt. De rechtbank overweegt in de beschikking voorts: “Tot 3 januari 2011, de datum waarop de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, was de man gehouden tweederde deel van de lasten van de woning te voldoen, een en ander op grond van de tussen partijen geldende huwelijkse voorwaarden. Vanaf 3 januari 2011 en tot de dag van de overdracht van zijn aandeel in de woning aan de vrouw is de man als mede-eigenaar van de woning, gehouden de helft van de lasten verbonden aan de woning te voldoen, een en ander op de voet van artikel 3:172 BW. Omdat de vrouw op dit punt geen zelfstandig verzoek heeft gedaan, zal deze overweging niet in het dictum van deze beschikking worden opgenomen”.

  3. Het voorgenomen passeren van de akte van verdeling op 28 december 2011 heeft geen doorgang gevonden. Aanleiding daarvoor vormde een brief van de advocaat van de man van 28 december 2011 aan de notaris waarin onder andere staat: “Aangezien cliënt zijn spullen nog steeds niet heeft ontvangen en mevrouw de achterstand in de hypotheek nog steeds niet heeft betaald kan de levering morgen geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT