Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Rotterdam, 16 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak16 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Bestuursrecht 2

zaaknummer: DOR 11/1004

uitspraak van de meervoudige kamer van 16 mei 2013 in de zaak tussen

[Eiser], wonende te [adres], eiser,

gemachtigde: mr. J.R. Kamerling,

en

de Staatssecretaris van Financiën, verweerder,

gemachtigde: mr. J. van Leersum.

Procesverloop

Bij besluit van 20 januari 2011 heeft verweerder de aan eiser toegekende extra periodiek boven het maximum van de voor hem geldende salarisschaal met ingang van 1 januari 2013 ingetrokken.

Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 27 februari 2011 bezwaar gemaakt bij verweerder.

Bij besluit van 22 juni 2011 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit heeft eiser bij faxbericht van 2 augustus 2011 beroep ingesteld bij de rechtbank Dordrecht.

De zaak is op 25 februari 2013 te Rotterdam ter zitting van een enkelvoudige kamer behandeld. Eiser is ter zitting verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is verschenen bij gemachtigde.

Ter zitting hebben partijen desgevraagd te kennen gegeven bij een eventuele verwijzing van de zaak naar een meervoudige kamer ermee in te stemmen dat het onderzoek niet wordt heropend en dat zonder nadere zitting uitspraak wordt gedaan door de meervoudige kamer.

Bij beslissing van 20 maart 2013 heeft de rechtbank de zaak met toepassing van artikel 8:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht verwezen naar een meervoudige kamer.

Met ingang van 1 januari 2013 is het arrondissement Dordrecht opgegaan in het nieuwe arrondissement Rotterdam en is de rechtbank Dordrecht opgegaan in de nieuwe rechtbank Rotterdam. Gelet hierop wordt uitspraak gedaan door de rechtbank Rotterdam.

Overwegingen

  1. Eiser is werkzaam bij de Belastingdienst Rijnmond, kantoor Rotterdam, in de functie van behandelfunctionaris F.

  2. Bij besluit van 5 december 2005 heeft verweerder aan eiser met ingang van 1 januari 2005 structureel een extra periodiek boven het maximum van de voor hem geldende salarisschaal toegekend.

  3. Bij het bestreden besluit heeft verweerder zijn besluit van 20 januari 2011 tot intrekking van voormelde extra periodiek met ingang van 1 januari 2013 gehandhaafd. Daarbij heeft verweerder gewezen op de ten aanzien van eiser op 7 december 2010 vastgestelde beoordeling, waaruit blijkt dat het functioneren van eiser weliswaar als (zeer) goed, maar niet als uitstekend kan worden gekwalificeerd. Omdat in eisers geval de afbouwregeling van toepassing is zoals opgenomen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT