Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 12 de Junio de 2013

Datum uitspraak12 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201201571/1/A1.

Datum uitspraak: 12 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Milieuvereniging Land van Cuijk, gevestigd te Mill, gemeente Mill en Sint Hubert,

appellante,

en

het college van burgemeester en wethouders Sint Anthonis,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 19 december 2011 heeft het college aan [vergunninghouder] een vergunning als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer verleend voor de oprichting van een motorcrossterrein aan de Radioweg ongenummerd te Stevensbeek.

Tegen dit besluit heeft Land van Cuijk beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 2 mei 2013, waar Land van Cuijk, vertegenwoordigd door W. Verbruggen, en het college, vertegenwoordigd door P. Wintjes, ing. M.P. Beurskens-Voermans en P.A. Jans, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Ter zitting is voorts [vergunninghouder], vertegenwoordigd door F.P.J. Aben, verschenen.

Overwegingen

  1. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) in werking getreden. Bij invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht, zoals dat is opgenomen in artikel 1.2, tweede lid, van de Invoeringswet Wabo, volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn op dit geding, omdat de aanvraag om een oprichtingsvergunning voor de inwerkingtreding van de Wabo is ingediend. In deze uitspraak worden dan ook de wetten aangehaald, zoals zij luidden voordat zij bij invoering van de Wabo werden gewijzigd.

  2. Artikel 8.10, eerste lid, van de Wet milieubeheer bepaalt dat de vergunning slechts in het belang van de bescherming van het milieu kan worden geweigerd.

    Het tweede lid, aanhef en onder a, bepaalt dat de vergunning in ieder geval wordt geweigerd indien door verlening daarvan niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast.

    Ingevolge artikel 8.11, tweede lid, kan een vergunning in het belang van de bescherming van het milieu onder beperkingen worden verleend.

    Ingevolge het derde lid worden in het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu aan de vergunning de voorschriften verbonden die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast.

    Uit artikel 8.11, tweede en derde lid, volgt dat de vergunning moet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT