Voorlopige voorziening+bodemzaak van Council of State (Netherlands), 5 de Junio de 2013

Datum uitspraak 5 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201303088/3/R4 en 201303088/2/R4.

Datum uitspraak: 5 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen onder meer:

[appellant], wonend te Oosterhout,

appellant,

en

de raad van de gemeente Oosterhout,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 januari 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "De Contreie, herziening I (2012)" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft onder meer [appellant] beroep ingesteld.

[appellant] heeft de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 27 mei 2013, waar [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door P.C.H. van der Made, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Partijen hebben ter zitting toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Overwegingen

  1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

  2. Ingevolge de artikelen 3:11, 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt het ontwerpplan ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kunnen gedurende deze termijn zienswijzen naar voren worden gebracht bij de raad. Ingevolge artikel 3.12 in samenhang met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) geeft de raad voorafgaand aan de terinzagelegging in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen en de terinzagelegging tevens in de Staatscourant wordt geplaatst en voorts langs elektronische weg geschiedt, en het ontwerp-besluit met de hierbij behorende stukken tevens langs elektronische weg beschikbaar wordt gesteld.

    [appellant], heeft geen zienswijze tegen het ontwerpplan naar voren gebracht bij de raad. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wro en artikel 6:13 van de Awb, kan beroep slechts worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan door de belanghebbende die tegen het ontwerpplan tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht. Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij niet...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT