Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Overijssel, 13 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 13 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Overijssel |
RECHTBANK OVERIJSSEL
Afdeling Bestuursrecht
Registratienummer: Awb 12/1555
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Hartenaasje BV,
gevestigd te Deventer, eiseres,
gemachtigde: mr. M.H. Blokvoort, advocaat te Deventer,
en
het college van burgemeester en wethouders van Deventer,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 28 juli 2010 heeft verweerder geweigerd om aan eiseres een reguliere bouwvergunning, eerste fase, te verlenen voor het oprichten van een kantoorgebouw op het perceel Hartenaasje 1 te Deventer.
Het daartegen gemaakte bezwaar is bij het besluit van 13 september 2011 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep bij uitspraak van 13 april 2012 (Awb 11/2236) gegrond verklaard en heeft het besluit van 13 september 2011 vernietigd.
Bij besluit van 29 juni 2012 heeft verweerder het bezwaar van eiseres opnieuw ongegrond verklaard. Bij brief van 25 juli 2012 heeft eiseres daartegen beroep ingesteld.
Het beroep is ter zitting van 28 maart 2013 behandeld. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door M.G.J.W. Bloem, J. Klein en ing. J. van Lanen, bijgestaan door mr. Blokvoort. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door A.I. Duivenvoorde.
Overwegingen
Deze zaak is ter zitting behandeld door de rechtbank Oost-Nederland. Met ingang van 1 april 2013 is de Wet tot wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming van de arrondissementen Gelderland en Overijssel (Staatsblad 2012, 667) in werking getreden. Als gevolg hiervan wordt deze uitspraak gedaan door de rechtbank Overijssel.
Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Bij de invoering van deze wet is een aantal andere wetten gewijzigd. Uit het overgangsrecht, dat is opgenomen in artikel 1.2, tweede lid, van de Invoeringswet Wabo, volgt dat de wetswijzigingen niet van toepassing zijn, indien de aanvraag om verlening van een vergunning of ontheffing als bedoeld in het eerste lid van dit artikel vóór inwerkingtreding van de Wabo is ingediend. Nu hiervan in dit geval sprake is, zal de rechtbank uitgaan van het recht, zoals dit gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreden van de Wabo.
De rechtbank stelt voorop dat tegen de uitspraak van deze rechtbank van 13 april 2012 (Awb 11/2236) geen hoger beroep is ingesteld. Hetgeen in die uitspraak is overwogen staat daarmee in rechte vast.
Het bouwplan...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT