Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Midden-Nederland, 12 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak12 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Midden-Nederland

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 848962 UC EXPL 13-435 LH 4059

Vonnis van 12 juni 2013

inzake

[eiser],

wonende te [woonplaats],

verder ook te noemen [eiser],

eisende partij in conventie,

verwerende partij in reconventie,

gemachtigde: mr. M.J.P. Leenders,

toevoeging verleend onder nummer 4JR0385,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

[gedaagde],

gevestigd te [woonplaats],

verder ook te noemen [gedaagde],

gedaagde partij in conventie,

eisende partij in reconventie,

procederende bij de heer [A], directeur van [gedaagde].

  1. De procedure

    1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenvonnis van 6 maart 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast;

    - de door [gedaagde] toegezonden nadere producties;

    - de door [eiser] toegezonden nadere producties;

    - de conclusie van antwoord in reconventie van [eiser];

    - het verkorte proces-verbaal van comparitie van 24 mei 2013. Van hetgeen ter comparitie is besproken heeft de griffier aantekening gehouden.

    1.2. Daarna is vonnis bepaald.

  2. De vaststaande feiten

    2.1. [eiser] is op 1 maart 2012 voor de duur van 12 maanden als ‘1e monteur met APK II bevoegdheid’ in dienst getreden van [gedaagde], tegen een bruto loon van € 2.800,-- per maand (exclusief vakantiebijslag). Artikel 19 van de door partijen op 24 december 2011 ondertekende arbeidsovereenkomst luidt: ‘De werkgever heeft conform artikel 7:613 BW de bevoegdheid om een in de arbeidsovereenkomst voorkomende arbeidsvoorwaarde eenzijdig te wijzigen, indien werkgever bij de wijziging een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de werknemer daarvoor moet wijken.’

    2.2. Bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst was [eiser] in het bezit van een IBKI-bevoegdheidspas ‘Keurmeester Periodieke Keuring Lichte Voertuigen.’ De bevoegdheid om als APK-keurmeester te werken wordt telkens voor de duur van twee jaren verleend. De bevoegdheid wordt verlengd nadat het betreffende examen succesvol is afgelegd. De genoemde bevoegdheidspas van [eiser] was geldig tot 9 juli 2012.

    2.3. Op 9 mei en 10 juli 2012 heeft [eiser], ter verkrijging van een verlenging van zijn bevoegdheid om als APK-keurmeester te werken, examen gedaan. Beide keren is hij gezakt. De herkansing van 13 september 2012, waarvoor [eiser] zich had aangemeld, heeft - buiten zijn toedoen - geen doorgang gevonden.

    2.4. Bij brief van 29 september 2012 heeft [gedaagde] aan [eiser] bevestigd dat de arbeidsovereenkomst op 28 februari 2013 van rechtswege eindigt en niet verlengd wordt. Verder schreef [gedaagde]: ‘Vanwege het feit dat contractuele afspraken door u niet worden nagekomen (het door u niet (-) bevoegd zijn als APK II Keurmeester) zal met ingang van

    1 oktober 2012 uw salaris worden aangepast naar € 2.100,00 bruto per maand.’ Vanaf

    1 oktober 2012 is [gedaagde] aan [eiser] dit lagere loon gaan betalen.

    2.5. Van de volgende gelegenheid om examen te doen (op 15 oktober 2012), heeft [eiser] geen gebruik gemaakt, omdat hij geen geld had om het examengeld (van € 152,64) te betalen.

    2.6. Bij brief van 14 november 2012 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] meegedeeld dat deze zich niet kan verenigen met de loonsverlaging van € 700,-- bruto per maand. Nader overleg tussen partijen heeft niet tot een minnelijke regeling geleid.

    2.7. Vanaf 17 november 2012 is [eiser], daartoe verwezen door zijn huisarts, onder psychologische behandeling geweest voor ‘angst en paniekklachten.’ Nadat hij op 19 november 2012 eerder van zijn werk was vertrokken omdat hij zich niet in orde voelde, heeft [eiser] zich op 20 november 2012 met overspannenheidklachten ziek gemeld.

    2.8. [eiser] heeft tegen [gedaagde] een kort geding aangespannen, kort gezegd om onverminderde doorbetaling van het loon vanaf 1 oktober 2012 te verkrijgen. Het kort geding is ter zitting van de kantonrechter te Utrecht van 12 december 2012 behandeld.

    2.9. Op 19 december 2012 heeft [eiser] het spreekuur van de door [gedaagde] ingeschakelde bedrijfsarts bezocht. De bedrijfsarts heeft geoordeeld dat [eiser] wegens ziekte verhinderd was zijn werkzaamheden te verrichten. Volgens de bedrijfsarts had het arbeidsconflict van partijen ‘een forse impact (-) op zijn mentale belastbaarheid’ en waren er ‘beperkingen t.a.v. concentratie, aandacht en alertheid, ook is er een verminderde conflicthantering. De afspraak met meneer is gemaakt om over 2 weken te gaan re-integreren.’

    2.10. Toen [gedaagde] op 19 december 2012, na afloop van het bezoek van [eiser] aan de bedrijfsarts, vernam dat [eiser] daags tevoren het examen ter herkrijging van zijn APK-bevoegdheid met succes had afgelegd, en zij hiervan de bedrijfsarts op de hoogte had gesteld, heeft de bedrijfsarts aan [gedaagde] meegedeeld dat het (ook voor de bedrijfsarts nieuwe) feit dat [eiser] op 18 december 2012 voor bedoeld examen was geslaagd ‘in enige mate haaks’ staat op zijn eerdere beoordeling, maar: ‘Een adequaat advies of hij op dit moment reeds kan re-integreren kan ik (-) momenteel niet geven (-).’ In een latere e-mail heeft de bedrijfsarts hierover opgemerkt: ‘Het wel of niet volgen van een opleiding/cursus/ examen en het al dan niet daar voor slagen heeft zeker te maken met de mate van arbeids(on)geschiktheid. Mogelijk niet rechtstreeks met uw eigen werkzaamheden, zoals u zelf aangeeft, maar wel u(w) mogelijkheden om belastbaar te zijn.’

    2.11. Omdat [eiser] tijdens zijn bezoek aan de bedrijfsarts op 19 december 2012 niet eigener beweging had verteld dat hij op 18 december 2012 voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT