Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Den Haag, 10 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak10 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Den Haag

RECHTBANK DEN HAAG

Team vreemdelingenkamer

Zittingsplaats Zwolle

Registratienummer: Awb 13/467

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres],

geboren op [geboortedatum], mede namens haar minderjarige kind

[K],

geboren op [geboortedatum],

beiden van Kongolese nationaliteit,

IND dossiernummer [nummer], eiseres,

gemachtigde mr. P.L.E.M. Krauth, advocaat te

Zwolle;

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

(Immigratie- en Naturalisatiedienst),

te Den Haag,

vertegenwoordigd door mr. L.M. Kloetstra,

ambtenaar ten departemente, verweerder.

  1. Procesverloop

    Op 19 december 2012 heeft eiseres opnieuw een aanvraag tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Bij besluit van 3 januari 2013 heeft verweerder de aanvraag afgewezen en aan eiseres een inreisverbod opgelegd voor de duur van twee jaar.

    Bij brief van 4 januari 2013 is daartegen beroep ingesteld. Eiseres mocht de behandeling daarvan niet in Nederland afwachten en heeft bij verzoek van 4 januari 2013 verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat uitzetting achterwege zou worden gelaten tot in beroep is beslist. Het beroep en het verzoek zijn voorzien van gronden bij brief van 30 januari 2013.

    Het verzoek is ter zitting van 5 februari 2013 behandeld. Eiseres - destijds verzoekster - is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. W. Steenstra. Bij uitspraak van 13 februari 2013, Awb 13/471, heeft de voorzieningenrechter van deze rechtbank en zittingsplaats het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat uitzetting van verzoekster - thans eiseres - achterwege dient te blijven tot op het beroep is beslist.

    Naar aanleiding van hetgeen in deze uitspraak is bepaald, heeft verweerder op 28 februari 2013 een verweerschrift ingediend.

    Namens eiseres heeft haar gemachtigde bij brief van 8 mei 2013 hierop gereageerd. Dit heeft verweerder aanleiding gegeven op 15 mei 2013 een aanvullend verweerschrift uit te brengen.

    Het beroep is ter zitting van 24 mei 2013 behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door mr. L.M. Kloetstra.

  2. Overwegingen

    2.1 Als na een eerdere afwijzende beslissing een materieel vergelijkbaar besluit wordt genomen, verzet het algemene rechtsbeginsel dat niet meermalen wordt geoordeeld over eenzelfde zaak zich ertegen dat de rechter dit besluit beoordeelt als een eerste besluit. Slechts indien en voor zover door de vreemdeling nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn aangevoerd, dan wel uit het door hem aangevoerde kan worden afgeleid dat zich een voor hem relevante wijziging van het recht voordoet, kan dat besluit door de bestuursrechter worden getoetst. Dit is slechts anders als zich bijzondere, op de individuele zaak betrekking hebbende, feiten en omstandigheden voordoen die nopen tot afwijking van dit rechtsbeginsel.

    Onder nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden moeten worden begrepen feiten of omstandigheden die na het eerdere besluit zijn voorgevallen of die niet vóór dat besluit konden en daarom behoorden te worden aangevoerd, evenals bewijsstukken van reeds eerder gestelde feiten of omstandigheden, die niet vóór het nemen van het eerdere besluit konden en derhalve behoorden te worden overgelegd. Is hieraan voldaan, dan is niettemin geen sprake van feiten of omstandigheden die een hernieuwde rechterlijke toetsing...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT