Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak13 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Zeeland-West-Brabant

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg

Bestuursrecht

Zaaknummer: AWB 12/37349

V-nummer: [nummer]

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[naam 1], eiseres,

gemachtigde: mr. J. Luscuere,

en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (en diens rechtsvoorgangers), verweerder,

gemachtigde: mr. J.M. van Leeuwe-Hokke.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder van 30 oktober 2012 (het bestreden besluit).

De behandeling van het beroep heeft plaatsgevonden op 26 maart 2013. Eiseres en haar echtgenoot [naam 2] (hierna: referent) zijn ter zitting verschenen, bijgestaan door de gemachtigde van eiseres. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was ter zitting aanwezig G.J.H.C. van den Brand, tolk in de Spaanse taal. Ter zitting is het onderzoek gesloten. De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak éénmaal verlengd.

Overwegingen

  1. Eiseres is geboren op [datum] en bezit de Dominicaanse nationaliteit. Zij is op 11 augustus 2006 in de Dominicaanse Republiek getrouwd met referent, die de Nederlandse nationaliteit bezit. Uit dit huwelijk is op 4 september 2008 een dochter geboren. In de periode van 23 maart 2007 tot en met december 2008 heeft referent zonder eiseres enige tijd in Italië en Spanje verbleven en daar gewerkt. Referent is daarna teruggekeerd naar Nederland. Eiseres heeft zich vanuit de Dominicaanse Republiek bij hem in Nederland gevoegd en op 3 februari 2012 een aanvraag om afgifte van een document als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), waaruit het rechtmatig verblijf als (familielid van een) gemeenschapsonderdaan blijkt, ingediend. Op 11 juli 2012 heeft verweerder deze aanvraag afgewezen.

  2. Bij het bestreden besluit is het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Volgens verweerder kan eiseres geen rechten ontlenen aan Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (hierna: de Richtlijn) omdat eiseres niet met referent in de gastlanden Italië en Spanje heeft verbleven en niet met hem uit deze gastlanden is meegereisd naar Nederland. Het beroep van eiseres op het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT