Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 14 de Junio de 2013

Datum uitspraak14 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

12/2053 ANW

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 29 februari 2012, 11/8216 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[Appellant] te [woonplaats] (appellante)

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)

Datum uitspraak: 14 juni 2013

PROCESVERLOOP

Namens appellante heeft mr. M. Kloos, advocaat, hoger beroep ingesteld.

De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 mei 2013. Appellante is verschenen, bijgestaan door haar opvolgend gemachtigde mr. R.G. van den Heuvel, advocaat. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. O.F.M. Vonk.

OVERWEGINGEN

1.1. Op 15 maart 1999 is de echtgenoot van appellante overleden. Hierop heeft de Svb aan appellante (geboren in 1960) met ingang van 1 maart 1999 een nabestaandenuitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet (ANW) toegekend.

1.2. Bij besluit van 7 januari 2011 heeft de Svb aan appellante meegedeeld dat de aan haar toegekende nabestaandenuitkering met ingang van 1 april 2011 wordt beëindigd, onder overweging dat haar jongste kind op 4 maart 2011 de leeftijd van 18 jaar bereikt.

1.3. Naar aanleiding van het besluit van 7 januari 2011 heeft een dochter van appellante op 20 januari 2011 telefonisch aan de Svb meegedeeld dat appellante niet in staat is om te werken. Hierop heeft de Svb het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) verzocht te onderzoeken of appellante arbeidsongeschikt is in de zin van de ANW. Het Uwv heeft op 4 maart 2011 advies uitgebracht aan de Svb.

1.4. Bij besluit van 17 maart 2011 heeft de Svb appellante meegedeeld dat zij vanaf 1 april 2011 geen recht heeft op een nabestaandenuitkering wegens arbeidsongeschiktheid, omdat zij minder dan 45% arbeidsongeschikt wordt geacht.

1.5. Bij brief van 6 april 2011 heeft appellante bezwaar gemaakt tegen het besluit van 17 maart 2011. Zij heeft de Svb erop gewezen dat zij al jaren problemen heeft met haar gezondheid en dat het Uwv haar heeft meegedeeld dat zij meer dan 45% arbeidsongeschikt is.

1.6. Naar aanleiding van het bezwaar van appellante heeft de Svb als bijlage bij de brief van 27 april 2011 aan appellante rapportages toegezonden van 3 maart 2011 van verzekeringsarts G.W.M. Pegt en van arbeidsdeskundige H.J.J.M. Janssen. Voorts heeft de Svb bij brief van 1 juni 2011 het Uwv verzocht om een herbeoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante te verrichten en om...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT