Verzet van Gerechtshof Den Haag (Nederland), 15 de Mayo de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak15 de Mayo de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-12/00511

Uitspraak d.d. 15 mei 2013

op het verzet van [X] te [Z], verzoeker,

tegen na te noemen uitspraak

Uitspraak en verzet

1.1. Verzoeker is in verzet gekomen tegen de uitspraak na vereenvoudigde behandeling van de zesde enkelvoudige belastingkamer van dit Hof van 9 oktober 2012 betreffende het verzoek om herziening van de uitspraak van het gerechtshof te ’s-Gravenhage van 24 juni 2011, BK-04/2452.

1.2. Het verzet is mondeling behandeld ter zitting van het Gerechtshof van 17 april 2013, gehouden te Den Haag. Aldaar is de gemachtigde van belanghebbende verschenen. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier een proces-verbaal opgemaakt.

Vaststaande feiten

2.1. Aan verzoeker zijn over de jaren 1990 tot en met 1997 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen en over de jaren 1990 tot en met 1998 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met een verhoging van honderd percent van de nagevorderde belasting, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend. Tevens is heffingsrente in rekening gebracht. Aan verzoeker zijn voorts over de jaren 1998 tot en met 2000 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen en over de jaren 1999 en 2000 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting opgelegd, alsmede boetebeschikkingen genomen. Tevens is heffingsrente in rekening gebracht.

2.2. De navorderingsaanslagen, de daarbij gegeven kwijtscheldingsbeschikkingen dan wel boetebeschikkingen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.

2.3. Verzoeker heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld. Het Hof heeft de beroepen betreffende de verhogingen en de boeten gegrond verklaard, de daarop betrekking hebbende uitspraken van de Inspecteur vernietigd, de boeten verminderd, de verhogingen gedeeltelijk kwijtgescholden, en de beroepen voor het overige ongegrond verklaard.

2.4. Verzoeker heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en de Staatssecretaris van Financiën incidenteel beroep in cassatie. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 april 2012, 11/03542, LJN: BW3349, de beide beroepen in cassatie gegrond verklaard, de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te Amsterdam ter verdere behandeling en beslissing van de zaak...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT