Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Oost-Brabant, 17 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 17 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Rechtbank Oost-Brabant |
vonnis
RECHTBANK OOST-BRABANT
Strafrecht
Parketnummer: 01/839576-10
Parketnummer vordering: 01/839235-09
Datum uitspraak: 17 juni 2013
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1988],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit andere hoofde gedetineerd te: P.I. Breda - HvB De Boschpoort.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 21 augustus 2012 en 3 juni 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte/veroordeelde naar voren is gebracht.
De tenlastelegging.
De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 30 juli 2012.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
-
hij op of omstreeks 18 juli 2010 te Eindhoven ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, om opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te
beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen met dat opzet meermalen
met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp in de rug, althans in
het lichaam van die [slachtoffer 1] heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de
uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
-
hij op of omstreeks 18 juli 2010 te Eindhoven ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, om opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer 1] van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg,
meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen een kogel heeft geschoten in de
richting van (het lichaam van) die [slachtoffer 1], terwijl de uitvoering van dat
voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 18 juli 2010 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een
ander, althans alleen, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben
verdachte en/of diens medeverdachte opzettelijk dreigend meermalen, althans
eenmaal met een vuurwapen in de lucht en/of vervolgens op en/of in de richting
van die [slachtoffer 1] geschoten;
(artikel 285/47 Wetboek van strafrecht)
De vordering na voorwaardelijke veroordeling.
De zaak met parketnummer 01/839235-09 is aangebracht bij vordering van 30 juli 2012. Deze vordering heeft betrekking op het vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank 's-Hertogenbosch d.d. 21 september 2009. Een kopie van de vordering is aan dit vonnis gehecht.
De formele voorvragen.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak.
De rechtbank acht -evenals de officier van justitie en de raadsman van verdachte- niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 1 en onder 2 primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Meer in het bijzonder overweegt de rechtbank daartoe als volgt.
Steekincident (feit 1)
Nu geen van de aanwezige personen verklaart over het zien van een mes of steken met enig voorwerp in het lichaam van aangever [slachtoffer 1] en geen DNA-profiel verkregen is van het bemonsterde heft van het ter plaatse aangetroffen mes (op het lemmet van het mes is overigens wel bloed aangetroffen dat matcht met het DNA-profiel van aangever [slachtoffer 1]), blijft onduidelijk wie het mes, dat kennelijk bij de steekpartij is gebruikt, ten tijde van het toebrengen van de verwondingen bij aangever [slachtoffer 1] in handen had. Gelet hierop is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor betrokkenheid van verdachte bij het hem onder feit 1 ten laste gelegde.
Schietincident (feit 2 primair)
Uit het dossier kan worden afgeleid dat de schutter ten tijde van de twee laatste schoten midden op de rijbaan, aan het begin van de Stephensonstraat stond en met gestrekte armen tweemaal in de richting van de Minckelerstraat schoot, dat de afstand vanaf de schutterspositie tot de knik in de straat circa 90 meter is, dat het slachtoffer op het moment dat de schoten werden gelost waarschijnlijk kort voor de knik in de straat liep of die knik al was gepasseerd, dat de looprichting van aangever [slachtoffer 1] in de Stephensonstraat voor de knik is veranderd van midden op de rijbaan naar het rechtertrottoir en dat er ten tijde van het schietincident zes personenauto's geparkeerd stonden in de parkeervakken langs het...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT