Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 13 de Junio de 2013
Spreker | gepubliceerd |
Datum uitspraak | 13 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Gerechtshof Amsterdam (Nederland) |
GERECHTSHOF AMSTERDAM
kenmerk 12/00649
13 juni 2013
uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[A] te [P], belanghebbende,
tegen de uitspraak in de zaak met kenmerk AWB 11/5514 van de rechtbank Haarlem (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst/ Centrale Administratie/ kantoor Apeldoorn,
de inspecteur.
-
Ontstaan en loop van het geding
1.1. De inspecteur heeft met dagtekening 16 augustus 2011 aan belanghebbende over het tijdvak 30 mei 2011 tot en met 29 augustus 2011 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting (hierna: mrb) opgelegd voor een bedrag van € 111 alsmede bij beschikking een boete van € 49.
1.2. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 26 september 2011, de naheffingsaanslag alsmede de boetebeschikking gehandhaafd.
1.3. Bij uitspraak van 20 juli 2012 heeft de rechtbank het door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
1.4. Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 28 augustus 2012. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 mei 2013. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
-
Feiten
2.1.1. De rechtbank heeft in de onderdelen 2.1. tot en met 2.3. van haar uitspraak de navolgende feiten vastgesteld. Belanghebbende wordt daarin aangeduid als ‘eiser’, de inspecteur als ‘verweerder’.
“2.1. Uit de kentekenregistratie blijkt dat eiser vanaf 20 januari 2005 houder is van de personenauto van het merk […], kenteken […] (het motorrijtuig). De datum van het kentekenbewijs deel Ia is 30 augustus 2008.
2.2. Verweerder heeft aan eiser met dagtekening 30 mei 2011 een rekening motorrijtuigenbelasting toegezonden met een te betalen bedrag van € 111 en een uiterste betaaldatum van 1 juli 2011.
2.3. Verweerder heeft op 16 augustus 2011, wegens uitblijven van betaling, een naheffingsaanslag ten bedrage van € 111 opgelegd en een boete opgelegd van € 49.”
2.1.2. Het Hof gaat voor de beslechting van het geschil uit van voormelde feiten.
-
Geschil in hoger beroep
3.1. In hoger beroep is in geschil of de verzuimboete terecht is opgelegd.
Daarnaast heeft belanghebbende zowel bij de rechtbank als in hoger beroep verzocht om vergoeding van zijn (verlet)kosten.
3.2. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding, waaronder...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT