Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201202534/1/A3.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

het college van gedeputeerde staten van Zeeland,

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Middelburg van 26 januari 2012 in zaak nr. 11/288 in het geding tussen:

de stichting Stichting de Faunabescherming, gevestigd te Amstelveen

en

het college.

Procesverloop

Bij besluit van 22 september 2010 heeft het college de Faunabeheereenheid Zeeland ontheffing verleend voor het opzettelijk verontrusten en doden van reeën en het daarbij gebruiken van een geweer van een uur voor zonsopkomst tot een uur na zonsondergang op de gronden gelegen binnen het werkgebied van de Faunabeheereenheid, gelegen in de provincie Zeeland.

Bij besluit van 24 maart 2011 heeft het college het door Faunabescherming daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 26 januari 2012 heeft de rechtbank het door Faunabescherming daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het college hoger beroep ingesteld.

Faunabescherming heeft een verweerschrift ingediend.

Het college heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak samen met zaak nr. 201202531/1/A3 ter zitting behandeld op 10 april 2013, waar het college, vertegenwoordigd door mr. J.J. Versteeg en L. Wijgman, beiden werkzaam bij de provincie, en Faunabescherming, vertegenwoordigd door [waarnemend voorzitter] en [secretaris], zijn verschenen. Tevens is daar de Faunabeheereenheid, vertegenwoordigd door [voorzitter], als belanghebbende gehoord.

Overwegingen

1. Ingevolge artikel 9 van de Flora- en faunawet (hierna: Ffw) is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen.

Ingevolge artikel 10 is het verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.

Ingevolge artikel 68, eerste lid, kan het college, wanneer er geen andere bevredigende oplossing bestaat en indien geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, voor zover niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, ten aanzien van beschermde inheemse diersoorten, het Faunafonds gehoord, ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT