Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013
Datum uitspraak | 19 de Junio de 2013 |
Uitgevende instantie: | Council of State (Netherlands) |
201206431/1/R2.
Datum uitspraak: 19 juni 2013
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de Parochiële Caritas Instelling (hierna: PCI), gevestigd te Oudewater,
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 25 mei 2012 in zaken
nrs. 11/3596 en 11/3540 in het geding tussen:
PCI
en
het college van gedeputeerde staten van Utrecht.
Procesverloop
Bij besluit van 20 september 2011 heeft het college van gedeputeerde staten ontheffing verleend op grond van artikel 4.1, vijfde lid, van de Provinciale Ruimtelijke Verordening (hierna: PRV), om de realisatie van een C1000 supermarkt op de hoek van de Lijnbaan en de J.J. Vierbergenweg te Oudewater mogelijk te maken.
Bij uitspraak van 25 mei 2012 heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard van het daartegen door PCI ingestelde beroep kennis te nemen en heeft het beroepschrift doorgezonden naar de Afdeling. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft PCI hoger beroep ingesteld.
Het college van gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders van Oudewater hebben een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 9 januari 2013, waar PCI, vertegenwoordigd door haar bestuurder [bestuurder], bijgestaan door mr. H.J.M. Winkelhuijzen, advocaat te Alphen aan den Rijn, en het college van gedeputeerde staten, vertegenwoordigd door R. van Duinkerken MSc en J.G. Kentie MSc, beiden werkzaam bij de provincie, zijn verschenen. Tevens is ter zitting het college van burgemeester en wethouders, vertegenwoordigd door A.B. den Boer, werkzaam bij de gemeente, als partij gehoord.
Overwegingen
-
Om de realisatie van een supermarkt op de hoek van de Lijnbaan en de J.J. Vierbergenweg te Oudewater mogelijk te maken, heeft het college van gedeputeerde staten ontheffing verleend op grond van artikel 4.1, vijfde lid, van de PRV.
In het ontheffingsbesluit is gebruik gemaakt van de voorwaarde als bedoeld in artikel 4.1, vijfde lid, onder d, van de PRV, waarbij een voor een bebouwing geschikte locatie elders binnen en aan de rand van het stedelijk gebied is geschrapt. De door het college van burgemeester en wethouders hiertoe aangedragen locatie is in eigendom van PCI. PCI kan zich niet verenigen met de uitspraak van de rechtbank en betoogt dat zij er, gezien de onder de ontheffing vermelde rechtsmiddelenclausule, op mocht vertrouwen dat de rechtbank bevoegd zou zijn. Daarnaast betoogt PCI dat er geen sprake is van verwevenheid met de...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT