Eerste aanleg - meervoudig van Rechtbank Amsterdam, 17 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak17 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Rechtbank Amsterdam

RECHTBANK AMSTERDAM

BESCHIKKING

IN HOGE BEROEP

Parketnummer: 13/702149-13

Beschikking op het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking van 10 juni 2013 van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in het arrondissement Amsterdam, ingekomen ter griffie van deze rechtbank van 11 juni 2013, waarbij de vordering tot inbewaringstelling van de verdachte:

[verdachte],

geboren op [1972] te [plaats],

zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,

is afgewezen.

Procesgang

Verdachte is op 7 juni 2013 aangehouden in Amsterdam. Op diezelfde datum is hij in verzekering gesteld in verband met verdenking van overtreding van artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). In het dossier zit onder andere een besluit van de Staatssecretaris van Justitie d.d. 1 augustus 1995 tot ongewenstverklaring van verdachte.

Op 10 juni 2013 is verdachte voorgeleid aan de rechter-commissaris. Ten overstaan van hem heeft verdachte verklaard:

‘Het is juist dat ik mij op 7 mei (de rechtbank begrijpt: juni) 2013 in Amsterdam bevond terwijl ik wist dat ik hier in Nederland ongewenst vreemdeling ben. (…) Na de opheffing van mijn vreemdelingenbewaring op 1 december 2010 zijn geen nieuwe pogingen gedaan om mij naar Algerije uit te zetten. Ik ben sindsdien niet meer gepresenteerd op het consulaat en ook niet meer in vreemdelingenbewaring gesteld.’

Bij de politie heeft verdachte nog het volgende verklaard:

‘Ik heb al meerdere malen verteld dat als jullie een passer bewijs (de rechtbank begrijpt: een laissez passer) voor me regelen ik bereid ben om weg te gaan. Ik ben al zo vaak bij de Ambassade geweest, maar het is regeringsbeleid dat als mensen Algerije verlaten ze niet meer terug mogen komen.’

De rechter-commissaris heeft de vordering tot inbewaringstelling van verdachte afgewezen. De rechter-commissaris heeft daartoe het volgende overwogen:

‘Uit een recent vonnis van deze rechtbank in een andere zaak heeft de rechter-commissaris opgemaakt dat Algerije sinds 19 oktober 2011 in beginsel weer laissez-passers verstrekt. Nu sinds die datum klaarblijkelijk niets meer is ondernomen om een laissez-passer te verkrijgen voor deze verdachte, lijkt de terugkeerprocedure niet volledig doorlopen en moet het er voor worden gehouden dat in deze geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf kan worden opgelegd, zodat zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 67a lid 3 Sv.’

Tegen deze beslissing van de rechter-commissaris heeft de officier van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT