Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201209859/1/V6 en 201209891/1/V6.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (hierna: de minister),

appellant,

tegen de uitspraken van de rechtbank Almelo van 8 augustus 2012 en 5 september 2012 in zaak nr. 11/84 in het geding tussen:

[verzoeker]

en

de minister.

Procesverloop

Bij besluit van 16 augustus 2010 heeft de minister van Justitie het verzoek van [verzoeker] om haar het Nederlanderschap te verlenen (hierna: het naturalisatieverzoek), afgewezen.

Bij besluit van 17 december 2010 heeft de minister het door [verzoeker] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij tussenuitspraak van 8 augustus 2012 heeft de rechtbank de minister in de gelegenheid gesteld om het door haar geconstateerde motiveringsgebrek in het besluit van 17 december 2010 te herstellen en daarvan schriftelijk mededeling te doen aan de rechtbank, zulks met inachtneming van hetgeen de rechtbank in deze uitspraak heeft overwogen. Deze uitspraak is aangehecht.

Bij brief van 21 augustus 2012 heeft de minister te kennen gegeven niet bereid te zijn de zaak opnieuw te beoordelen en de rechtbank verzocht een einduitspraak te doen.

Bij uitspraak van 5 september 2012 heeft de rechtbank het door [verzoeker] tegen het besluit van 17 december 2010 ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar neemt, met inachtneming van deze uitspraak. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraken heeft de minister, thans: de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, hoger beroep ingesteld.

[verzoeker] heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaken ter zitting behandeld op 2 april 2013, waar de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Asperen, advocaat te Den Haag, en [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. J.M. Niemer, advocaat te Amsterdam, zijn verschenen.

Overwegingen

  1. Onder de staatssecretaris wordt tevens verstaan: diens rechtsvoorganger.

  2. Ingevolge artikel 7, eerste lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (hierna: de RWN) wordt, met inachtneming van de bepalingen van hoofdstuk 4 van deze wet, aan vreemdelingen die daarom verzoeken het Nederlanderschap verleend.

    Ingevolge artikel 23 kunnen bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur nadere regelen worden gesteld ter uitvoering van de RWN.

    Ingevolge artikel 31, eerste lid, aanhef en onder a, b en e...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT