Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201205470/1/R2.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1], wonend te Arnhem,

2. [appellante sub 2 A], [appellante sub 2 B] en [appellant sub 2 C] en anderen, gevestigd te Elst, gemeente Overbetuwe,

3. [appellante sub 3], gevestigd te Elst, gemeente Overbetuwe, en anderen,

4. [appellante sub 4], gevestigd te Elst, gemeente Overbetuwe, en anderen,

5. [appellant sub 5], wonend te Elst, gemeente Overbetuwe,

6. [appellant sub 6], wonend te Elst, gemeente Overbetuwe,

7. [appellant sub 7 A] en [appellante sub 7 B], beiden wonend te Elst, gemeente Overbetuwe (hierna in enkelvoud: [appellant sub 7]),

8. [appellant sub 8 A] en [appellante sub 8 B], beiden wonend te Elst, gemeente Overbetuwe (hierna in enkelvoud: [appellant sub 8]),

en

de raad van de gemeente Overbetuwe,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 28 februari 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Park Lingezegen" vastgesteld en besloten geen exploitatieplan vast te stellen.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2012, [appellant sub 2 C] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2012, [appellante sub 3] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2012, [appellante sub 4] en anderen bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2012, [appellant sub 5] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2012, [appellant sub 6] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 31 mei 2012, [appellant sub 7] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 6 juni 2012, en [appellant sub 8] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 11 juni 2012, beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht. [appellant sub 1], [appellant sub 2 C] en anderen, [appellante sub 4] en anderen, [appellant sub 5], [appellant sub 6] en de raad hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

[appellant sub 7] en [belanghebbende] hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 februari 2013, waar [appellant sub 1], [appellant sub 6] en [appellant sub 5], bijgestaan door mr. J.E. van Gilst, advocaat te Nijmegen, [appellant sub 2 C] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en eveneens bijgestaan door mr. J.E. van Gilst, [appellante sub 3] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en eveneens bijgestaan door mr. J.E. van Gilst, [appellante sub 4] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde] en eveneens bijgestaan door mr. J.E. van Gilst, [appellant sub 8], de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J. Tunnissen, advocaat te Arnhem, en ir. H.H.J. Bos, werkzaam bij de gemeente, en Projectbureau Park Lingezegen, vertegenwoordigd door J.B. Kamerman, directeur, en bijgestaan door J.A.J. Roesten en K. Koppenaal, zijn verschenen. Voorts heeft [belanghebbende], vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door mr. C.W. Oudenaarden, advocaat te Utrecht, als derde belanghebbende het woord gevoerd.

Overwegingen

Ontvankelijkheid

1. Het beroep van [appellant sub 7] steunt niet op een bij de raad naar voren gebrachte zienswijze.

[appellant sub 7], die woont op het perceel aan de [locatie 1] te Elst, maakt bezwaar tegen de met het plan mogelijk gemaakte vestiging van een geitenfok- en melkbedrijf aan de [locatie 2] te Elst. Hij stelt dat hij niet in een eerder stadium als belanghebbende zienswijzen heeft kunnen indienen omdat hij op beide publicatiedata in het buitenland verbleef. Hij heeft bezwaar tegen amendement III, waardoor het ontwerpbestemmingsplan is gewijzigd.

1.1. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (hierna: de Wro), gelezen in samenhang met artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), kan door een belanghebbende slechts beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan, voor zover dit beroep de vaststelling van plandelen, planregels of aanduidingen betreft die de belanghebbende in een tegen het ontwerpplan naar voren gebrachte zienswijze heeft bestreden.

Dit is slechts anders indien een belanghebbende redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij ter zake geen zienswijze naar voren heeft gebracht. Deze omstandigheid doet zich niet voor. Verblijf in het buitenland is niet een zodanige omstandigheid.

Bij de vaststelling van het plan zijn wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp, maar tegen de gewijzigde planvaststelling kan - zonder het tijdig indienen van zienswijzen - uitsluitend worden opgekomen voor zover de bij de vaststelling aangebrachte wijzigingen betrokkenen in een ongunstiger positie brengen. Dienaangaande overweegt de Afdeling het volgende.

1.2. Aan de gronden aan de [locatie 2] te Elst is de bestemming "Agrarisch - Landbouwland" met de aanduidingen "intensieve veehouderij" en de aanduiding "specifieke vorm van Agrarisch - geitenhouderij" toegekend.

Ingevolge artikel 5, lid 5.1, onder a onder 2, van de planregels zijn deze gronden bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf, met dien verstande dat niet-grondgebonden agrarische bedrijven niet zijn toegestaan, met uitzondering van de intensieve veehouderij ter plaatse van de aanduiding "intensieve veehouderij", met dien verstande dat:

  1. (...)

  2. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van Agrarisch - geitenhouderij" uitsluitend een intensieve veehouderij ten behoeve van het houden van geiten is toegestaan.

    Ingevolge artikel 5, lid 5.2.1, van de planregels voldoen bedrijfsgebouwen, teelt ondersteunende voorzieningen en bedrijfswoningen aan de volgende kenmerken:

  3. gebouwd binnen het bouwvlak;

  4. de gezamenlijke oppervlakte van:

    1. kassen bedraagt maximaal de bestaande oppervlakte;

    2. bedrijfsgebouwen ten behoeve van intensieve veehouderijen bedragen maximaal de in bijlage 2 kolom "Oppervlakte intensieve veehouderij" in m2 per bedrijf aangegeven oppervlakte, met dien verstande dat de oppervlakte van bedrijfsgebouwen voor de huisvesting van geiten ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van Agrarisch - geitenhouderij (sa-ge)' maximaal 3.200 m2 mag bedragen.

    1.3. In bijlage 2 "Oppervlakte intensieve veehouderij" behorende bij de planregels is voor het perceel aan de [locatie 2] te Elst aangegeven dat de oppervlakte 4300 m2 bedraagt.

    In het ontwerpbestemmingsplan was op de betreffende locatie [locatie 2] eveneens de aanduiding "intensieve veehouderij (iv)" aangegeven. Naar aanleiding van amendement III is het volgende ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan gewijzigd:

    - het gebied met de aanduiding "intensieve veehouderij" is van 8.000 m2 naar 10.000 m2 gewijzigd;

    - de bebouwingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij zijn vergroot van 3.200 m2 naar 4.300 m2;

    - de situering van het gebied met aanduiding "iv" is gewijzigd;

    - naast de aanduiding "intensieve veehouderij" is voor dit deel ook de aanduiding "specifieke vorm van Agrarisch - geitenhouderij" opgenomen.

    1.4. De Afdeling stelt vast dat door het opnemen van de aanduiding "specifieke vorm van Agrarisch - geitenhouderij" andere vormen van intensieve veehouderij worden uitgesloten. Hierdoor zijn andere - ook meer milieubelastende dieren - op deze locatie niet toegestaan. Het deel met de aanduiding "intensieve veehouderij" is in het vastgestelde plan op grotere afstand van het perceel van [appellant sub 7] komen te liggen. Hoewel in bijlage 2 behorende bij de planregels de bebouwingsmogelijkheden zijn vergroot met amendement III, zijn de planregels zodanig aangevuld dat de bebouwde oppervlakte ten behoeve van de huisvesting van de geiten binnen de aanduiding "intensieve veehouderij" maximaal 3200 m2 mag bedragen. De bebouwde oppervlakte voor huisvesting van geiten is derhalve niet vergroot. Nu het perceel uitsluitend ten behoeve van de geitenhouderij mag worden gebruikt kan de bebouwde oppervlakte niet tot 4300 m2 worden uitgebreid.

    Nu de beroepsgronden uitsluitend zijn gericht tegen de met het plan mogelijk gemaakte vestiging van een geitenfok- en melkbedrijf op het desbetreffende perceel is [appellant sub 7] door het amendement III niet in een ongunstiger positie gebracht.

    2. Het beroep van [appellant sub 7] is niet-ontvankelijk.

    Het plan

    3. Het plan maakt de realisatie mogelijk van landschapspark Lingezegen, voor zover dit is voorzien binnen de gemeente Overbetuwe. Het park voorziet in een groene en recreatieve inrichting van het gebied tussen Arnhem en Nijmegen en is ongeveer 1.500 ha groot. Het gebied is opgedeeld in vijf deelgebieden: De Park, Het Waterrijk, Het Landbouwland, De Buitens en De Woerdt. Het gehele landschapspark omvat gronden in de gemeenten Lingewaard en Overbetuwe. De deelgebieden De Park en Het Waterrijk zijn geheel gelegen in de gemeente Overbetuwe. Het Landbouwland en De Buitens zijn gedeeltelijk gelegen in de gemeente Overbetuwe en deelgebied De Woerdt ligt geheel in de gemeente Lingewaard. Het plan maakt de ontwikkeling als opgenomen in de Intergemeentelijke Structuurvisie Park Lingezegen van de gemeenten Overbetuwe en Lingewaard (hierna: de Intergemeentelijke Structuurvisie) mogelijk.

    4. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

    Natuurbeschermingswet 1998

    5. [appellant sub 2 C] en anderen, [appellante sub 3] en anderen, [appellante sub 4] en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT