Eerste aanleg - meervoudig van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201208983/1/R2 en 201209397/1/R2.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de stichting Stichting Milieuzorg Zeist en omstreken, gevestigd te Bilthoven, gemeente De Bilt,

appellante,

en

1. de raad van de gemeente Soest,

2. de raad van de gemeente Zeist,

verweerders.

Procesverloop

Bij besluit van 21 juni 2012 heeft de raad van de gemeente Soest het bestemmingsplan "Vliegbasis Soesterberg" vastgesteld. Bij besluit van 28 juni 2012 heeft de raad van de gemeente Zeist het bestemmingsplan "Vliegbasis Soesterberg" vastgesteld.

Tegen deze twee besluiten heeft Milieuzorg Zeist beroep ingesteld.

Beide gemeenteraden hebben gezamenlijk een verweerschrift ingediend.

De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft desverzocht een deskundigenbericht uitgebracht.

Milieuzorg Zeist en beide gemeenteraden gezamenlijk hebben hun zienswijze daarop naar voren gebracht.

Beide gemeenteraden en Milieuzorg Zeist hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaken gevoegd ter zitting behandeld op 9 april 2013, waar Milieuzorg Zeist, vertegenwoordigd door ir. P. Greeven, en de raad van de gemeente Soest en de raad van de gemeente Zeist, beide vertegenwoordigd door mr. J. Gundelach, advocaat te Almelo, bijgestaan door mr. K.C.P. Haagen namens de raad van de gemeente Soest en H.G.J. Wijen namens de raad van de gemeente Zeist alsmede door dr. C. Bakker, werkzaam bij Stichting Het Utrechts Landschap, zijn verschenen.

Voorts zijn ter zitting het college van gedeputeerde staten van Utrecht, vertegenwoordigd door drs. J.W.M. Kleijweg, werkzaam bij de provincie en het Ministerie van Defensie, vertegenwoordigd door mr. R.J.J. Aerts, advocaat te Den Haag, bijgestaan door ing. C.J.A. Vos en M.C. Toornstra, als partij gehoord.

Overwegingen

1. De Afdeling heeft de twee zaken aangaande de voorliggende bestemmingsplannen voor de voormalige vliegbasis Soesterberg vanwege hun ruimtelijke samenhang ter zitting gevoegd behandeld.

2. Ter zitting heeft Milieuzorg Zeist de beroepsgronden die zien op het niet vaststellen van een exploitatieplan, de verrichte watertoets, de gestelde onduidelijkheid van de verbeelding en de formulering van de wijzigingsbevoegdheid die ziet op de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied' ingetrokken. Voorts is ter zitting desgevraagd bevestigd dat een aantal punten die in haar beroepschrift naar voren zijn gebracht niet als beroepsgrond dienen te worden aangemerkt.

3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

Planbeschrijving

4. Omdat het terrein van de voormalige vliegbasis zich uitstrekt over het grondgebied van zowel de gemeente Soest als Zeist hebben de beide gemeenteraden een gelijknamig bestemmingsplan vastgesteld, waarvan de planbegrenzingen ter hoogte van de gemeentegrenzen op elkaar aansluiten. De twee plangebieden van deze afzonderlijke bestemmingsplannen worden hierna aangeduid met plangebied. Beide plannen tezamen voorzien in de herontwikkeling van de voormalige militaire vliegbasis Soesterberg. Daarbij wordt de mogelijkheid geboden om onder andere nieuwe woningen en een Nationaal Militair Museum te bouwen. Voorts wordt een deel van het plangebied omgevormd tot natuurgebied, blijft het huidige zweefvliegveld bestaan en behoudt een deel van het plangebied een militaire bestemming.

Ecoduct

5. Wat betreft de beroepsgronden die betrekking hebben op het functioneren van het toekomstige ecoduct genaamd 'Op Hees', dat over de spoorlijn Utrecht-Amersfoort wordt gebouwd, overweegt de Afdeling dat dit ecoduct zelf geen deel uitmaakt van het plangebied. Blijkens de verbeelding houdt de begrenzing van het onderhavige plangebied op ten zuiden van de spoorlijn Utrecht-Amersfoort. Beide plannen voorziet derhalve niet in de aanleg van dit ecoduct. Voor zover de beroepsgronden zich richten tegen het functioneren van dit ecoduct, moeten deze derhalve buiten beschouwing blijven.

Voor zover Milieuzorg Zeist zich richt tegen het toestaan van recreatief medegebruik van het talud dat leidt naar het ecoduct en wel in het plangebied ligt, overweegt de Afdeling dat Milieuzorg Zeist niet inzichtelijk heeft gemaakt dat het talud onvoldoende breed is om recreatief medegebruik toe te staan, zonder daarbij afbreuk te doen aan het kunnen functioneren van de gehele ecologische corridor als zodanig.

EHS-saldobenadering

6. Volgens Milieuzorg Zeist is de balans voor de Ecologische Hoofdstructuur (hierna: EHS) neutraal tot negatief en niet licht positief zoals de gemeenteraden stellen. Hierbij betoogt zij onder andere dat onvoldoende gewicht is toegekend aan de negatieve effecten op de korte termijn en teveel waarde is gehecht aan de onzekere effecten op de lange termijn, dat onduidelijk is of in de totale oppervlakte aan nieuwe natuur ook de nieuwe woningen zijn verdisconteerd, dat op sommige plaatsen het realiseren van hoogwaardige natuur niet goed mogelijk lijkt, dat als gevolg van beide plannen vooral droog schraal grasland verdwijnt, terwijl dat het belangrijkste habitattype is, dat meer verstoring door recreanten zal plaatsvinden dan wordt verondersteld en dat de natuurwaarden na onderzoek in 2009 en 2010 waardevoller zijn gebleken dan waarvan in 2006 werd uitgegaan.

6.1. In de Nota Ruimte is vastgelegd dat voor toepassing van de EHS-saldobenadering is vereist dat binnen de EHS een kwaliteitsslag gemaakt kan worden waarbij het oppervlak natuur minimaal gelijk blijft dan wel toeneemt en/of binnen de ruimtelijke visie vergroting van het areaal EHS optreedt ter compensatie van het gebied dat door de projecten of handelingen verloren is gegaan, onder de voorwaarde dat daarmee tevens een beter functionerende EHS ontstaat. Daarbij wordt de kwaliteitswinst beoordeeld aan de hand van een viertal criteria, waaronder de aanwezigheid van bijzondere soorten en gebieden met een bijzondere ecologische kwaliteit.

6.2. In het rapport 'Ruimtelijk plan vliegbasis Soesterberg, toetsing aan de saldobenadering EHS' van 26 januari 2009, opgesteld door Arcadis, zijn beide plannen getoetst aan de voorwaarden voor toepassing van de EHS-saldobenadering. De bevindingen in dit rapport zijn naar aanleiding van natuurinventarisaties in 2010 en 2011 geactualiseerd door Arcadis in het rapport 'Natuurtoets Vliegbasis Soesterberg, actualisatie Saldotoets EHS' van 21 april 2011, waarbij bleek dat de oppervlakte aan bestaande natuur ongeveer 20 hectare groter is. Op basis van dit nieuwe gegeven is in het laatstgenoemde rapport vermeld dat in aanvulling op de 338 hectare bestaande natuur het mogelijk is om in totaal 41 hectare aan nieuwe natuur binnen de EHS te realiseren. In het geactualiseerde rapport uit 2011 is vermeld dat op de korte termijn de effecten op de diverse leefgebieden en diersoorten variëren van neutraal/licht negatief tot neutraal/licht positief. Op de lange termijn variëren de effecten op de verschillende leefgebieden en diersoorten van neutraal/licht positief tot (zeer) positief. In zowel het rapport uit 2009 als uit 2011 wordt geconcludeerd dat de twee voorliggende bestemmingsplannen voldoen aan de criteria van de EHS-saldobenadering.

6.3. Daargelaten de exacte oppervlakte aan nieuwe natuur die zal worden gecreëerd is ter zitting door Milieuzorg Zeist bevestigd dat als gevolg van beide bestemmingsplannen per saldo meer hectare aan natuur binnen de EHS zal ontstaan in vergelijking met de huidige situatie. Daarmee wordt voldaan aan het eerste vereiste van de EHS-saldobenadering.

Wat betreft de eveneens benodigde kwaliteitswinst binnen de EHS is in de eerdergenoemde rapporten van Arcadis vermeld dat de vergroting van de kwaliteit mede tot stand komt doordat beide plannen erin voorzien dat grotere aaneengesloten natuurgebieden binnen de EHS ontstaan door het verwijderen van verhardingen en hekwerken. Voorts zal de voorgenomen kwalitatieve...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT