Hoger beroep van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201205290/1/A3.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te Den Haag,

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 4 april 2012 in zaak nr. 11/9099 in het geding tussen:

[appellant]

en

de burgemeester van Den Haag.

Procesverloop

Bij besluit van 19 augustus 2011 heeft de burgemeester de horeca-inrichting op het perceel [locatie] te Den Haag van vrijdag 19 augustus 2011, te 12.00 uur tot zaterdag 19 november 2011, te 12.00 uur gesloten.

Bij besluit van 16 november 2011 heeft de burgemeester het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 4 april 2012 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De burgemeester heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 mei 2013, waar [appellant], bijgestaan door mr. A. Barada, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. E.P. Alonso, werkzaam in dienst van de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

  1. Ingevolge artikel 2:28, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag (hierna: APV) is het, behoudens het bepaalde in artikel 2:28B, verboden een horeca-inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.

    Ingevolge artikel 2:28C, tweede lid, kan de burgemeester de exploitatievergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, tijdelijk of voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken of wijzigen, indien:

    a. naar zijn oordeel de openbare orde gevaar loopt of het woon- of leefklimaat in de omgeving van de horeca-inrichting door de aanwezigheid van de horeca-inrichting nadelig wordt beïnvloed;

    (...)

    f. zich in of vanuit de horeca-inrichting anderszins feiten hebben voorgedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van de horeca-inrichting gevaar kan veroorzaken voor de openbare orde of een bedreiging vormt voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van de horeca-inrichting.

    Ingevolge het derde lid, aanhef en onder d, houdt de burgemeester bij de toepassing van de in het tweede lid bedoelde gronden rekening met de wijze van bedrijfsvoering van de ondernemer of leidinggevende van de horeca-inrichting in deze of in andere horeca-inrichtingen.

    Ingevolge artikel 2:29, eerste lid, kan de burgemeester een horeca-inrichting tijdelijk of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT