Eerste aanleg - enkelvoudig van Council of State (Netherlands), 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Council of State (Netherlands)

201301238/1/R6.

Datum uitspraak: 19 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ahold Europe Real Estate & Construction B.V. (hierna: Ahold), de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Albert Heijn B.V. (hierna: Albert Heijn), beide gevestigd te Zaandam, gemeente Zaanstad, en [appellant C] en anderen, wonend te Doetinchem,

appellanten,

en

de raad van de gemeente Doetinchem,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 6 december 2012 heeft de raad het bestemmingsplan "Saronixterrein e.o.-2012" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Ahold, Albert Heijn en [appellant C] en anderen beroep ingesteld.

De raad van de gemeente Doetinchem heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 mei 2013, waar Ahold, Albert Heijn en [appellant C] en anderen, vertegenwoordigd door mr. J.C. van Oosten, advocaat te Amsterdam, mr. F.T.A. Hendriks en P. ten Klei, en de raad, vertegenwoordigd door R. Hendriksen en ing. J. Wassink, zijn verschenen. Voorts is Goldewijk Projectontwikkeling B.V. (hierna: Goldewijk), vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Ruiter, gehoord.

Overwegingen

Plan

1. Het plan voorziet in het mogelijk maken van vrijstaande woningen, twee-onder-éénkapwoningen, rijwoningen, zorgwoningen, appartementen en een of meer supermarkten met daarboven appartementen, aan de Keppelseweg, Nemahoweg, IJsselstraat en het Zaagmolenpad te Doetinchem, plaatselijk bekend als Saronixterrein.

Toetsingskader

2. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

Ontvankelijkheid

3. De raad betwist de ontvankelijkheid van het beroep voor zover dat is ingesteld door Ahold.

3.1. Ingevolge artikel 8.2, eerste lid, aanhef en sub a, van de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat luidde ten tijde van belang, kan een belanghebbende bij de Afdeling beroep instellen tegen een besluit omtrent vaststelling van een bestemmingsplan.

Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

3.2. Ahold is eigenaar van een pand aan de Rozengaardseweg in Doetinchem, dat zij verhuurt aan Albert Heijn voor een supermarkt. Het pand bevindt zich op een afstand van ongeveer een km van het plandeel waar een of meer supermarkten kunnen worden gerealiseerd.

3.3. Uit de statuten volgt dat Ahold enig aandeelhouder is van Albert Heijn en als bestuurder van Albert Heijn alleen en zelfstandig bevoegd is. Gelet daarop is het belang van Ahold zo verweven en loopt dit belang zo parallel met dat van Albert Heijn, dat Ahold kan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Het beroep is, ook voor zover ingesteld door Ahold, ontvankelijk.

Ingetrokken beroepsgronden

4. Ter zitting hebben Albert Heijn, Ahold en [appellant C] en anderen de beroepsgronden over de aspecten geluid en flora en fauna ingetrokken.

Crisis- en herstelwet

5. Nu het bestreden besluit is vereist voor de ontwikkeling dan wel verwezenlijking van een gebied ten behoeve van de bouw van meer dan 11 woningen, is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet (hierna: Chw) van toepassing op dit besluit.

6. Ingevolge artikel 1.5, eerste lid, van de Chw, zoals dat luidde ten tijde van belang, en dat deel uitmaakte van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw, kan een besluit waartegen bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld, ondanks schending van een geschreven of ongeschreven rechtsregel of algemeen rechtsbeginsel, in stand worden gelaten indien aannemelijk is dat de belanghebbenden daardoor niet zijn benadeeld.

Ingevolge artikel 1.9, zoals dat luidde ten tijde van belang, en dat deel uitmaakte van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Chw, dient de bestuursrechter een besluit niet te vernietigen op de grond dat het in strijd is met een geschreven of ongeschreven rechtsregel of een algemeen rechtsbeginsel, indien deze regel of dat beginsel kennelijk niet strekt tot bescherming van de belangen van degene die zich daarop beroept.

Supermarkten

7. Ahold, Albert Heijn en [appellant C] en anderen betogen dat er geen marktruimte is voor de voorziene supermarkt(en). Zij voeren daartoe aan dat zich leegstand voordoet in Doetinchem en dat sprake is van een krimpende bevolking en daling van bestedingen. Zij brengen naar voren dat de raad ten onrechte geen rekening heeft gehouden met regionaal en gemeentelijk beleid, dat is vastgelegd in het rapport "Demografische ontwikkelingen Achterhoek 2010-2014" (hierna: rapport Demografische ontwikkelingen) van de Regio Achterhoek, het rapport "Regionale Woonvisie Achterhoek 2012-2020" van 18 oktober 2010 (hierna: Regionale Woonvisie), de "Structuurvisie nieuwe stijl Regio Achterhoek, Speerpunten voor het regionale ruimtelijk beleid Achterhoek 2011-2020" (hierna: Regionale Structuurvisie), het "Supermarktenbeleid Doetinchem" van 12 november 2009 (hierna: Supermarktenbeleid) en de door de Kamer van Koophandel Centraal Gelderland opgestelde "Agenda voor de toekomst voor detailhandelsbeleid regio Achterhoek" van maart 2012 (hierna: Detailhandelsagenda). Het distributieplanologisch onderzoek van MKB Adviseurs B.V. van 9 februari 2012 (hierna: DPO), dat aan het plan ten grondslag is gelegd, is volgens hen mede daarom gebaseerd op onjuiste gegevens. Zij betogen verder dat de raad artikel 3.1.6, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) en artikel 23, lid 23.1 en lid 23.2, van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT