Voorlopige voorziening van Council of State (Netherlands), Voorzitter, 12 de Junio de 2013

Datum uitspraak12 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Voorzitter

201304133/2/A3.

Datum uitspraak: 12 juni 2013

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), hangende het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Connexxion Water B.V., gevestigd te Alkmaar,

verzoekster,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam van 4 april 2013 in de zaken nrs. 13/939 en 13/946 in het geding tussen:

Connexxion

en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.

Procesverloop

Op 19 juni 2012 heeft het college besloten om een geïntegreerd contract voor het veervervoer over het Noordzeekanaal en het IJ met ingang van 1 juli 2013 voor de duur van vier jaar met GVB Veren B.V (hierna: GVB) te sluiten.

Bij besluit van 15 januari 2013 heeft het college het door Connexxion daartegen gemaakte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Bij uitspraak van 4 april 2013 heeft de voorzieningenrechter het door Connexxion daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Tegen deze uitspraak heeft Connexxion hoger beroep ingesteld. Voorts heeft zij de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 6 juni 2013, waar Connexxion, vertegenwoordigd door mr. M.C. de Smidt, advocaat te Rotterdam, en mr. L. van Dijk, H.P.J. Maas en M. Meche, allen werkzaam in haar dienst, en het college, vertegenwoordigd door mrs. P. Oosterlaken en A. Ocko en drs. K. Amain, allen werkzaam in dienst van de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Het verzoek strekt er toe om bij wijze van voorlopige voorziening de overdracht van de exploitatie van de veerverbindingen van Connexxion naar GVB uit te doen stellen.

2. Niet in geschil is dat de bij het besluit van 19 juni 2012 voorziene inbesteding niet plaatsvindt ter uitvoering van enig publiekrechtelijk wettelijk voorschrift. Naar voorlopig oordeel deelt het besluit daartoe voorts, anders dan de maatregelen, waarover in de uitspraak van 3 maart 2004 in zaak nr. 200301605/1 is geoordeeld, niet in het publiekrechtelijke karakter...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT