Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 19 de Junio de 2013

Datum uitspraak19 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

11/2916 WAO

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van

14 april 2011, 10/2531 (aangevallen uitspraak)

Partijen:

[A. te B.], Marokko (appellant)

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

Datum uitspraak 19 juni 2013.

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 8 mei 2013. Appellant is niet verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door A. Anandbahadoer.

OVERWEGINGEN

1.1. Appellant verbleef van 1978 tot 1995 in Nederland. Hij heeft op 2 juni 2009 bij het Uwv een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Bij brief van 7 december 2009 heeft het Uwv appellant verzocht nadere gegevens te verstrekken, omdat op basis van de beschikbare gegevens hem geen WAO-uitkering kan worden toegekend. Bij besluit van 24 februari 2010 heeft het Uwv aan appellant meegedeeld dat met de gegevens die hij bij brief van 18 januari 2010 heeft verstrekt, de aanvraag niet kan worden beoordeeld en dat daarom de aanvraag niet verder in behandeling wordt genomen. Appellant heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.

1.2. Naar aanleiding van het bezwaar heeft het Uwv appellant bij brief van 24 maart 2010 verzocht een dertiental vragen te beantwoorden en de gevraagde stukken op te sturen. Bij besluit van 29 april 2010 (bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ongegrond verklaard. Daarbij is overwogen dat appellant niet heeft voldaan aan het op 24 maart 2010 gedane verzoek om nadere gegevens en informatie te verstrekken.

  1. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daartoe overwogen dat het Uwv heeft verzocht om gegevens en bescheiden waarover appellant redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, zoals gegevens over de eerste ziektedag, medische rapporten over de periode dat hij ziek is geworden alsmede gegevens van behandelaars in Nederland en Marokko, bewijsstukken van en gegevens over zijn arbeidsverleden in Nederland, de datum van aankomst en vertrek uit Nederland, gegevens over eventuele uitkeringen die appellant in Nederland heeft ontvangen en gegevens over de wijze waarop appellant in zijn levensonderhoud heeft voorzien sinds zijn terugkeer...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT