Hoger beroep van Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland), 18 de Junio de 2013

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak18 de Junio de 2013
Uitgevende instantie:Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer HD 200.104.928/01

arrest van 18 juni 2013

in de zaak van

[de zoon],

wonende te [woonplaats],

appellant,

advocaat: mr. R.P.V.W. Willems te Helmond,

tegen

[de vader],

wonende te [woonplaats],

geïntimeerde,

advocaat: mr. S. Kissels te Eindhoven,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 22 mei 2012 in het hoger beroep van het door de rechtbank ’s-Hertogenbosch onder zaak-/rolnummer 213283/HA ZA 10-1373 gewezen vonnis van 14 december 2011 tussen appellant – [appellant] – als gedaagde en geïntimeerde – [geintimeerde] – als eiser.

  1. Het verloop van de procedure

    Het verloop van de procedure blijkt uit:

    - het tussenarrest van 22 mei 2012 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;

    - de dagvaarding in hoger beroep

    - de memorie van grieven met producties;

    - de memorie van antwoord met producties.

    De comparitie na aanbrengen heeft niet plaatsgevonden en partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg (waarbij wordt overwogen dat het tussenvonnis van de rechtbank van 15 september 2010 en het tussenarrest van 22 mei 2012 alleen zijn overgelegd door [geintimeerde]).

  2. De gronden van het hoger beroep

    Voor de tekst van de grieven wordt verwezen naar de memorie van grieven.

  3. De beoordeling

    7.1. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de producties, voor zover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.

    7.1.1. [geintimeerde] is de vader van [appellant] (partijen hierna te noemen: respectievelijk de vader en de zoon).

    7.1.2. De zoon heeft een geldbedrag van de vader ontvangen.

    7.1.3. Een door de vader overgelegd, handgeschreven, stuk (prod. 1 bij dagvaarding in eerste aanleg) luidt als volgt:

    “Hierbij verklaart ondergetekende, [appellant] geboren [geboortedatum] 1986, te [geboorteplaats] (Etiopie) schuldig te zijn aan (hof: volgt onleesbare, doorgestreepte letter) [geintimeerde] (vader van [appellant])

    een bedrag groot Euro 10.000 zegge = tienduizend Euro =

    Ondergetekende [appellant] verklaart bij deze het bedrag in maandelijkse termijnen van minimaal Euro 250.= af te lossen en verklaart hierbij mede indien mogelijk het maandelijks bedrag zoveel als mogelijk in hogere bedragen af te lossen

    Opgemaakt te [plaatsnaam]

    20 januari 2007

    schuldenaar: schuldeiser:

    [appellant] [geintimeerde]

    (hof: volgt een handtekening) (hof: volgt de handtekening van de vader)

    datum: 20 0102007 datum: [plaatsnaam] 20010”

    7.1.4. Bij deurwaardersexploot van 13 november 2007 (prod. 2 bij dagvaarding in eerste aanleg) heeft de vader van de zoon betaling van een bedrag van € 10.000,-- gevorderd. Daarbij werd vermeld dat de zoon dit bedrag zou aflossen in termijnen van minimaal € 250,-- per maand en dat hij daarmee ernstig in gebreke was gebleven.

    7.1.5. Partijen hebben vervolgens tot en met 2010 (via hun...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT