Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 14 de Noviembre de 2008

Datum uitspraak14 de Noviembre de 2008
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

14 november 2008

Eerste Kamer

Nr. C06/329HR

RM/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[Eiser],

wonende te [woonplaats],

EISER tot cassatie,

advocaat: mr. B.T.M. van der Wiel,

t e g e n

[Verweerder],

wonende te [woonplaats],

VERWEERDER in cassatie,

advocaat: mr. H.J.A. Knijff.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder].

  1. Het geding in feitelijke instanties

    [Eiser] heeft bij exploten van 19 en 21 augustus 2003 [verweerder] en [betrokkene 1] gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam en gevorderd, kort gezegd, primair te verklaren voor recht dat hij eigenaar is van het onder de namen "Langs het kanaal", "gracht in een Hollandse stad" en "Delft (zomer)" bekendstaande schilderij van Willem Koekkoek (hierna: het schilderij) en [verweerder] te veroordelen tot afgifte van het schilderij. [Eiser] heeft tevens subsidiair gevorderd [verweerder] te veroordelen aan hem een schadevergoeding van ƒ 158.000,-- te voldoen en voorts, voor zover deze vorderingen mochten worden afgewezen, [betrokkene 1] te veroordelen tot schadevergoeding van ƒ 158.000,--.

    [Verweerder] heeft de vordering bestreden. Tegen [betrokkene 1] is verstek verleend.

    De rechtbank heeft bij vonnis van 9 februari 2005 het gevorderde ten aanzien van [verweerder] afgewezen, [betrokkene 1] veroordeeld aan [eiser] een bedrag van € 158.000,-- te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 juni 2003, en het meer of anders gevorderde afgewezen.

    Bij exploot van 29 maart 2005 is [eiser] van het vonnis van de rechtbank, voor zover tussen [eiser] en [verweerder] gewezen, in hoger beroep gekomen bij het gerechtshof te Amsterdam. [Eiser] heeft in hoger beroep zijn eis gewijzigd.

    Bij arrest van 24 augustus 2006 heeft het hof het vonnis van de rechtbank bekrachtigd en de vordering van [eiser] zoals in hoger beroep veranderd afgewezen.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

  2. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    [Verweerder] heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat en voor [verweerder] door mr. B. Winters, advocaat te Amsterdam.

    De conclusie van de plaatsvervangend Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van het bestreden arrest en tot verwijzing ter verdere behandeling en beslissing.

    De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 19 september 2008 op de conclusie gereageerd.

  3. Beoordeling van het middel

    3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.

    (i) Op 24 december 1998 heeft [eiser] van [A] B.V. (hierna: [A]) de onverdeelde helft gekocht van het onder de namen "Langs het kanaal", "Gracht in een Hollandse stad" en "Delft (zomer)" bekendstaande schilderij van Willem Koekkoek (hierna ook te noemen "het schilderij" of "de Koekkoek"). De koopprijs voor deze onverdeelde helft bedroeg ƒ 175.000,--. Na de koop is het schilderij in de macht van [eiser] gebracht. [A] is toen eigenaar van de andere helft gebleven.

    (ii) Na 1998 heeft [eiser] het schilderij verschillende malen afgegeven aan [A], onder meer met het doel het schilderij aan een derde te doen verkopen. Op 26 november 2001 heeft [A] het schilderij verkocht en geleverd aan [verweerder], tegen betaling van ƒ 50.000,-- en inruil van twee andere schilderijen. [Verweerder] heeft toen de (volledige) eigendom van het schilderij verkregen.

    (iii) Op 26 juni 2002 heeft [verweerder] - op zijn beurt - het schilderij aan [A] afgegeven, nadat hem was voorgehouden dat een derde het schilderij zou willen kopen. Het schilderij is op die datum meegenomen door [betrokkene 1], destijds bestuurder van [A], met achterlating van een handgeschreven notitie waarop - naast de namen van schilderij en schilder en de zinsnede "medegenomen door [betrokkene 1]" - onder andere is vermeld: "€ 215.000,-- % (10%)". [Betrokkene 1] heeft vervolgens aan [verweerder] voorgehouden dat hij het schilderij metterdaad had verkocht aan een derde, te weten [betrokkene 2]. Hij heeft daartoe op 12 juli 2002 aan [verweerder] een kopie gezonden van de desbetreffende factuur aan [betrokkene 2] (van dezelfde datum), waarop een koopprijs is vermeld van € 200.000,--. Deze factuur was - naar later is gebleken - valselijk opgemaakt. In werkelijkheid heeft geen verkoop aan [betrokkene 2] plaatsgevonden. Bij brief van 20 november 2002 heeft [betrokkene 1] aan [verweerder] te kennen gegeven "het verhaal van [betrokkene 2]" verzonnen te hebben.

    (iv) [Betrokkene 1], dan wel [A], en [eiser] waren gezamenlijk eigenaar van verschillende schilderijen, met uiteenlopende aandelen in de eigendom daarvan. Op 27 juni 2002 zijn zij een schriftelijke overeenkomst aangegaan teneinde die schilderijen tussen hen te verdelen. Deze overeenkomst is tot stand gekomen op voorstel van [eiser], die haar ook op schrift heeft gesteld. De overeenkomst begint met een opsomming van de schilderijen waarop zij betrekking heeft, waaronder de Koekkoek. Vervolgens wordt ten aanzien van dit schilderij bepaald dat [betrokkene 1] zijn aandeel in de eigendom hiervan overdraagt aan [eiser] "die daarmee volledig eigenaar wordt". Op 29 juni 2002 heeft [betrokkene 1], ter uitvoering van de overeenkomst, het schilderij aan [eiser] ter hand gesteld.

    (v) [Eiser] is door [A] en [betrokkene 1] onkundig gehouden van de verkoop en levering van de Koekkoek aan [verweerder]. Hij heeft niet in de verkoopopbrengst gedeeld. [Verweerder] is op zijn beurt onkundig gehouden van de hiervoor beschreven verdeling tussen [betrokkene 1] en [eiser] en de daartoe gesloten overeenkomst. Hij is tot de hiervoor onder (iii) genoemde brief van 20 november 2002 door [betrokkene 1] in de veronderstelling gelaten dat het schilderij aan [betrokkene 2] was verkocht.

    (vi) [Betrokkene 1] is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van dertig maanden wegens oplichting. [A] is op 10 december 2002 in staat van faillissement verklaard.

    (vii) Op 11 juni 2003 heeft [eiser] op grond van een daartoe strekkend kortgedingvonnis de Koekkoek afgegeven aan de curator in dat faillissement. Het schilderij is thans in de feitelijke macht van [verweerder].

    3.2 [Eiser] heeft gevorderd te verklaren voor recht dat hij eigenaar is van de Koekkoek en hij heeft tevens gevorderd [verweerder] te veroordelen tot afgifte van dit schilderij, althans [verweerder] te veroordelen tot schadevergoeding van ƒ 158.000,-- en voorts, voor zover deze vorderingen mochten worden afgewezen, [betrokkene 1] te veroordelen tot schadevergoeding van ƒ 158.000,--.

    3.3 De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] tegen [verweerder] afgewezen. Aan dit oordeel heeft de rechtbank ten grondslag gelegd dat in de loop van het geding is komen vast te staan dat [verweerder] in 2001 eigenaar van het schilderij is geworden, dat [verweerder] het schilderij vervolgens weer aan [A] heeft afgegeven om het in eigen naam te verkopen aan [betrokkene 2], welke overeenkomst tussen [verweerder] en [A] door de rechtbank is aangemerkt als een overeenkomst van lastgeving als bedoeld in art. 7:414 BW, doch dat de beoogde verkoop nooit door [A] is gerealiseerd, en dat zulks betekent dat [verweerder] de eigendom van het schilderij nooit heeft verloren. De op de grondslag van onrechtmatige daad gebaseerde vordering tegen de niet verschenen [betrokkene 1] heeft de rechtbank toegewezen.

    3.4 [Eiser] heeft in hoger beroep aangevoerd - voor zover in cassatie van belang - dat hij als gevolg van de verdelingsovereenkomst en de uitvoering daarvan de (gehele) eigendom van het schilderij heeft verworven, en hij heeft deze stelling als volgt toegelicht. [Verweerder] heeft hetzij aan [A] het schilderij verkocht en geleverd ('wederinkoop') hetzij aan [A] een last tot verkoop van het schilderij gegeven, waarna [A] dit schilderij aan zichzelf heeft verkocht en geleverd ('Selbsteintritt'). [A] heeft dit schilderij vervolgens in de gemeenschap met [eiser] gebracht, waarna [eiser] het schilderij krachtens de verdelingovereenkomst en de daarop volgende levering in eigendom heeft verkregen (de 'verdelingsvariant'). Subsidiair heeft [eiser] aangevoerd dat hij het schilderij krachtens overdracht heeft verkregen hetzij van een beschikkingsbevoegde [A] (gelet op de 'wederinkoop' dan wel 'Selbsteintritt'), hetzij te goeder trouw van een beschikkingsonbevoegde [A] (de 'overdrachtsvariant'). In dit verband heeft hij tevens betoogd dat de verdelingsovereenkomst niet tot verdeling heeft gestrekt maar tot inbetalinggeving van het schilderij aan hem ter delging van de schuld die [A] aan hem had wegens de onbevoegde verkoop (in 2001) van [eiser]s aandeel in het schilderij aan [verweerder]. [Eiser] heeft daarbij ook nog een beroep gedaan op conversie van de verdelingsovereenkomst en op het bestaan van een natuurlijke verbintenis van [A] althans [betrokkene 1] jegens [eiser].

    3.5 Het hof is niet ingegaan op het door [eiser] bij faxbrieven van 16 en 22 augustus 2006 gedane verzoek de uitspraak aan te houden, tegen welk verzoek [verweerder] bij faxbrief van 22 augustus 2006 bezwaar had gemaakt, waartoe het hof overwoog dat reeds arrest was bepaald en, bij gebreke van toestemming van de wederpartij, niet op het enkele verzoek van [eiser] van die beslissing kan worden teruggekomen. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en de vordering van [eiser] zoals gewijzigd in hoger beroep afgewezen. Het hof heeft daartoe samengevat het volgende overwogen.

    (a) De verdelingsovereenkomst kan uitsluitend een rechtsgeldige titel voor "de overdracht" van het schilderij aan [eiser] hebben opgeleverd indien het schilderij destijds rechtens tot de gemeenschap tussen [eiser] en [betrokkene 1] dan wel [A] behoorde (rov. 4.12).

    (b) Uit het - door [eiser] ter adstructie van zijn stellingen aangevoerde - enkele meegeven van het schilderij door [verweerder] aan [betrokkene 1] met het oog op een mogelijke verkoop aan een derde en de notitie van [betrokkene 1] op het ontvangstbewijs...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT