Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 30 de Octubre de 2008

Datum uitspraak30 de Octubre de 2008
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

06/5428 AW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Naam appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 15 augustus 2006, 05/3703 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: minister)

Datum uitspraak: 30 oktober 2008

  1. PROCESVERLOOP

    Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

    De minister heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 september 2008. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. H.K. de Haan, werkzaam bij Stichting Achmea Rechtsbijstand. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. D. Mulders, werkzaam bij Van Kleef & Partners te Boskoop.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Op grond van de gedingstukken en het verhandelde ter zitting gaat de Raad uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Bij circulaire van 8 april 2004, Stcrt. 21 juni 2004, nr. 115 (hierna: circulaire) heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het in maart 2004 met de sociale partners overeengekomen sociaal flankerend beleid in de sector Rijk voor de periode van 1 maart 2004 tot 1 januari 2008 bekendgemaakt. Onderdeel daarvan is het zogenoemde FPU-arrangement, dat - voor zover hier van belang - bestaat uit een aanvulling op de FPU-uitkering tot 70% van de FPU-berekeningsgrondslag gedurende maximaal acht jaar. Dit beleid is nadien, met terugwerkende kracht tot en met 1 maart 2004, vastgelegd in een regeling: het Tijdelijk besluit sociaal flankerend beleid sector Rijk 2004 van 31 december 2004, Stb. 2005, 29 (hierna: Tijdelijk besluit).

      1.2. Appellant, geboren [in] 1950, is werkzaam als [functie] bij de directie Voortgezet Onderwijs van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW). Hij heeft bij intern memo van 28 februari 2004 verzocht, hem met ingang van 1 december 2005 een FPU-arrangement toe te kennen.

      1.3. Bij besluit van 15 september 2004 heeft de secretaris-generaal van OCW het verzoek van appellant afgewezen. Dit besluit is, na bezwaar, gehandhaafd door de minister bij het bestreden besluit van 27 april 2005.

    2. De rechtbank heeft bij de aangevallen uitspraak het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.

    3. De Raad overweegt als volgt.

      3.1. De Raad stelt allereerst vast dat in artikel 9 van het Tijdelijk besluit de bevoegdheid...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT