Raadkamer van Court of Appeal of Arnhem (Netherlands), 24 de Abril de 2006

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak24 de Abril de 2006
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Arnhem (Netherlands)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

Zittinghoudende te Arnhem

Pkn: 21-003080-05

Avnr: 10203

Het hof heeft gezien het op 2 november 2005 ter griffie van het hof ingekomen verzoekschrift van [naam raadsman A], advocaat te [plaatsnaam], namens,

[naam verzoeker],

geboren te [geboorteplaats], op [geboortedatum],

wonende te [adres verzoeker],

hierna te noemen verzoeker,

strekkende tot toekenning van een vergoeding ex artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering ter zake van schade als gevolg van ondergane verzekering en voorlopige hechtenis.

Het hof heeft gehoord in openbare raadkamer van 20 maart 2006 de advocaat-generaal en de raadsman van verzoeker, [naam raadsman B], advocaat te [plaatsnaam]. Verzoeker is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Het hof heeft kennis genomen van de overige zich in het procesdossier bevindende stukken, waaronder de conclusie van de advocaat-generaal.

OVERWEGINGEN

  1. Bij vonnis van de kinderrechter te Utrecht van 15 juni 2005 is verzoeker ter zake van diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak veroordeeld tot onder meer een taakstraf voor de duur van 40 uren te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 20 dagen indien de veroordeelde deze straf niet naar behoren verricht.

  2. Verzoeker heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld.

  3. De door de kinderrechter bij genoemd vonnis opgelegde taakstraf is in weerwil van het ingestelde beroep tenuitvoergelegd.

  4. Bij in kracht van gewijsde gegaan arrest van het hof van 21 september 2005 is verzoeker vrijgesproken van het hem tenlastegelegde. De zaak is derhalve geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.

  5. Het verzoekschrift is tijdig ingediend en is in zoverre ontvankelijk.

  6. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, nu het verzoek tot schadevergoeding voor het ten onrechte verrichten van de taakstraf niet binnen het beslissingskader van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering valt.

  7. De raadsman heeft gepersisteerd bij het verzoek.

  8. Op grond van het bepaalde in artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter aan de gewezen verdachte, in het geval de zaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT