Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 3 de Febrero de 2009

Datum uitspraak 3 de Febrero de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

07/2018 WWB

07/6273 WWB

Centrale Raad van Beroep

Enkelvoudige kamer

U I T S P R A A K

op de hoger beroepen van:

[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),

tegen de uitspraken van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 28 februari 2007, 06/3949 (hierna: aangevallen uitspraak 1) en 1 oktober 2007, 06/4786 (hierna: aangevallen uitspraak 2),

in de gedingen tussen:

appellante

en

het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Helmond (hierna: College)

Datum uitspraak: 3 februari 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellante heeft mr. N.C.A. Elias-Boots, advocaat te Helmond, in beide zaken hoger beroep ingesteld.

    Het College heeft verweerschriften ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2008. Appellante is verschenen, bijgestaan door mr. Elias-Boots. Het College heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.B.L. Krahmer, werkzaam bij de gemeente Helmond.

  2. OVERWEGINGEN

    Ten aanzien van de aangevallen uitspraak 1 (CRvB 07/2018)

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellante ontving sinds 1996 bijstand naar de norm voor een alleenstaande, laatstelijk ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB). Op 26 januari 2005 heeft het College de melding ontvangen dat appellante sinds juli 2000 beschikt over een spaarrekening met nummer [nr.] waarvan zij geen melding heeft gemaakt. Op 23 maart 2005 heeft appellante een aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor langdurigheidstoeslag over 2005. Bij brief van 15 augustus 2005 is appellante verzocht alle afschriften van de evengenoemde spaarrekening te overleggen vanaf de datum waarop deze rekening is geopend. Uit de overgelegde rekeningafschriften is het College gebleken dat in de loop der tijd diverse substantiële stortingen op en overschrijvingen van deze rekening hebben plaatsgevonden. Naar aanleiding van een gesprek met appellante op 4 oktober 2005 is zij bij brief van dezelfde datum verzocht vóór 31 oktober 2005 bewijsstukken te overleggen met betrekking tot de herkomst van diverse stortingen op deze spaarrekening.

      1.2. Bij besluit van 13 oktober 2005 is de aanvraag voor de langdurigheidstoeslag afgewezen omdat appellante niet voldoet aan de voorwaarde dat zij geen vermogen bezit dat hoger is dan bedoeld in artikel 34, derde lid, van de WWB.

      1.3. Bij besluit van 24 november 2005 is de bijstand van appellante met ingang van 24 november 2005 op grond van artikel 54, eerste lid, van de WWB opgeschort omdat de door appellante ingeleverde bewijsstukken en de door haar afgelegde verklaringen niet met elkaar overeenstemmen. Tevens is appellante hierbij verzocht om vóór 5 december 2005 bewijsstukken met betrekking tot de herkomst van diverse stortingen op en bestedingsdoelen van opnames van deze rekening te overleggen.

      1.4. Bij besluit van 11 januari 2006 is de bijstand van appellante met ingang van de datum van opschorting, 24 november 2005, op grond van artikel 54, vierde lid, van de WWB ingetrokken omdat de gevraagde bewijsstukken niet zijn verstrekt. Bij ditzelfde besluit is de bijstand van appellante over de periode van 21 juli 2000 tot en met 23 november 2005 op grond van artikel 54, derde lid, onder a, van de WWB herzien (lees: ingetrokken). Hieraan is ten grondslag gelegd dat het recht op bijstand over deze periode niet is vast te stellen nu appellante niet heeft voldaan aan haar inlichtingenverplichting. Zij heeft geen mededeling gedaan van het bezit van een spaarrekening en daarnaast heeft zij geen inlichtingen verstrekt over de herkomst en de bestedingen van de spaargelden. Tevens is bij ditzelfde besluit de over de periode van 21 juli 2000...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT