Hoger beroep van Centrale Raad van Beroep, 22 de Enero de 2009

Datum uitspraak22 de Enero de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

06/6905 AKW

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

op het hoger beroep van:

[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),

tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 2 november 2006, 06/693 (hierna: aangevallen uitspraak),

in het geding tussen:

appellant

en

de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).

Datum uitspraak: 22 januari 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens appellant heeft mr. J.H.M. Handring, advocaat te Roermond, hoger beroep ingesteld.

    De Svb heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 december 2008. Appellant is daarbij, met kennisgeving, niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.N.P. Akkerman.

  2. OVERWEGINGEN

    1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.

      1.1. Appellant heeft in juni 1999 kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) aangevraagd voor - onder meer - het kind [N.], dat [in] 1999 is geboren uit de relatie tussen appellant en [L.]. Bij besluit van 16 september 1999 heeft de Svb geweigerd kinderbijslag voor [N.] aan appellant toe te kennen, omdat [N.] geen eigen kind van hem in de zin van de AKW was. De Svb is toen kennelijk tot dat standpunt gekomen, omdat [L.] ten tijde van de geboorte van [N.] nog gehuwd was met een andere man.

      1.2. Nadat het huwelijk van [L.] in januari 2002 officieel was ontbonden is zij op 1 mei 2002 gehuwd met appellant. De Svb heeft vervolgens bij brief van 17 juli 2002 aan appellant medegedeeld dat [N.] na het huwelijk weliswaar een aangehuwd kind van hem is, maar dat hij geen aanspraak kan maken op kinderbijslag voor haar, omdat zij buiten Nederland zou wonen.

      1.3. Naar aanleiding van een nieuwe aanvraag om kinderbijslag voor [N.] heeft de Svb bij besluit van 17 april 2003 met ingang van het tweede kwartaal van 2003 kinderbijslag aan appellant toegekend voor [N.]. Bij besluit van 2 december 2003 heeft de Svb vervolgens zijn besluiten van 17 juli 2002 en 17 april 2003 herzien en is alsnog met ingang van het derde kwartaal van 2002 kinderbijslag voor [N.] aan appellant toegekend, omdat zij vanaf de peildatum van dat kwartaal als een aangehuwd kind van appellant wordt beschouwd.

      1.4. Bij beschikking van de rechtbank Roermond van 27 oktober 2004 is het verzoek van de ex-echtgenoot van [L.] tot ontkenning van het vaderschap van [N.] gegrond verklaard en is vastgesteld dat appellant de vader van [N.] is. Vervolgens heeft appellant op 4 maart 2005 aan de Svb verzocht om met terugwerkende kracht...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT