Herziening van Centrale Raad van Beroep, 4 de Marzo de 2009

Datum uitspraak 4 de Marzo de 2009
Uitgevende instantie:Centrale Raad van Beroep

08/4401 WAO

Centrale Raad van Beroep

Meervoudige kamer

U I T S P R A A K

met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek van:

[verzoeker], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoeker),

om herziening van de uitspraak van de Raad van 2 juli 2008, 07/6281,

in het geding tussen:

verzoeker

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).

Datum uitspraak: 4 maart 2009

  1. PROCESVERLOOP

    Namens verzoeker heeft mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 2 juli 2008, 07/6281.

    Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.

    Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2009. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door mr. De Jonge voornoemd. Het Uwv is, met voorafgaand bericht, niet verschenen.

  2. OVERWEGINGEN

    1. Bij de uitspraak waarvan herziening is verzocht, heeft de Raad, oordelend op het hoger beroep van verzoeker, de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 30 oktober 2007, 07/999, bevestigd.

    2. Verzoeker heeft verzocht om "herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden". Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraak niet naar behoren zijn erkend. De gronden van het verzoek zijn uiteengezet in het aanvullende verzoekschrift van 12 september 2008 en het daarbij overgelegde stuk van Instituut Psychosofia, Centrum voor Spirituele Geneeswijze en Spirituele Dans, van 3 september 2008.

      3.1. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

      3.2. De Raad is van oordeel dat het verzoek om herziening dient te worden afgewezen, nu door verzoeker geen feit of omstandigheid als onder 3.1 bedoeld naar voren is gebracht. Wat betreft de medische verklaringen waarnaar (in het stuk van 3 september 2008) is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT