Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 24 de Marzo de 2009

Datum uitspraak24 de Marzo de 2009
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

24 maart 2009

Strafkamer

nr. 07/11474

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 27 april 2007, nummer 23/001691-06, in de strafzaak tegen:

[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1971, wonende te [woonplaats].

  1. Geding in cassatie

    Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. K. Canatan, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Advocaat-Generaal Jörg heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

  2. Beoordeling van het eerste, het derde en het vierde middel

    De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  3. Beoordeling van het tweede middel

    3.1. Het middel behelst de klacht dat het Hof ten onrechte, althans op onjuiste gronden, het beroep op niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging wegens het ontbreken van een rechtsgeldige klacht heeft verworpen.

    3.2. Het middel faalt op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 11 tot en met 14.

  4. Beoordeling van het vijfde middel

    4.1. Het middel klaagt erover dat het oordeel van het Hof dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid bij afdreiging niet uit de bewijsmiddelen kan volgen, althans dat dat oordeel onbegrijpelijk is.

    4.2. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:

    [Betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] in de periode van 2 september tot en met 10 september 2003 te Amsterdam en Almere en Bussum, ter uitvoering van het door [betrokkene 1 t/m 3] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met openbaarmaking van een geheim, iemand, te weten de [A] NV, te dwingen tot afgifte van enig goed dat aan deze toebehoort, tezamen en in vereniging met een ander

    - telefonisch contact hebben opgenomen met een lid van de Raad van Bestuur van de [A] NV en

    - aan een medewerker van de [A] NV te kennen hebben gegeven over voor de [A] NV zeer gevoelige/geheime informatie te beschikken en

    - ten bewijze dat zij over die informatie beschikten aan een medewerker van de [A] NV faxberichten met betrekking tot die informatie hebben verstuurd en

    - aan een medewerker van de [A] NV hebben medegedeeld dat een geldbedrag zou moeten worden betaald, teneinde openbaarmaking van die gevoelige/geheime informatie te voorkomen,

    bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in de periode van 20 augustus 2003 tot en met 10 september 2003 te Amsterdam opzettelijk behulpzaam is geweest,

    immers heeft hij, verdachte, aan [betrokkene 3] opzettelijk informatie en aanwijzingen en adviezen gegeven met

    betrekking tot de door [betrokkene 1 t/m 3] te volgen tactiek en te ondernemen activiteiten en te verwachten moeilijkheden.

    4.3.1. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:

    1. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 4]:

      "Ik ben werkzaam bij corporate special investigations van de [A] NV. In deze hoedanigheid ben ik gerechtigd tot het doen van aangifte. Op 2 september 2003 heeft [betrokkene 5], lid van de Raad van Bestuur van de [A] NV, op verzoek van zijn secretaresse het nummer 06-[001] gebeld.

      Hij kreeg een man aan de lijn die zich voorstelde als "[betrokkene 6]". Deze man gaf te kennen dat hij over documenten beschikte die erg gevoelig zouden liggen bij [A].

      De man zei: "Het zal [A] wel wat waard zijn om deze documenten in hun bezit te krijgen". [Betrokkene 5] heeft toen het gesprek beëindigd. Op 3 september 2003 werd door de secretaresse van [betrokkene 5] een faxbericht ontvangen. Het was gericht aan [betrokkene 5] en afkomstig van [betrokkene 6]. De vier pagina's met vertrouwelijke/geheime informatie bevatten een verslag van een affaire in 1997. [Betrokkene 6] bleek de beschikking te hebben over een intern stuk. Dit interne stuk had nooit in handen mogen komen van derden. De directie had in 1997 opdracht gegeven dit stuk te vemietigen. De inschatting van de Raad van Bestuur van de [A] NV is dat als deze informatie in de openbaarheid komt, het grote nieuwswaarde heeft, wat een zeer negatieve invloed zou hebben op de verzekeringstak van de [A] en mogelijk andere verzekeraars. Op 4 september 2003 heeft [betrokkene 7], hoofd special investigations van de [A], gebeld met nummer 06-[001]. Hij kreeg een man aan de lijn die zich voorstelde met de naam [betrokkene 6]. Uit het gesprek kon worden opgemaakt dat de man spreekt over "wij", dat de stukken voor [A] bepaalde waarde hebben, dat hij vindersloon wil en dat hij met anderen ook in gesprek is over de waarde van de documenten."

    2. een proces-verbaal van de Rechter-Commissaris, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [getuige 1]:

      In 1997 was ik werkzaam bij [A] als senior Schadebehandelaar. [Betrokkene 1] was een collega van mij. U toont mij document 2, pagina 66 tot en met 68 van het proces-verbaal. Dit stuk is geschreven door mijn voormalige chef, [betrokkene 8]. Ik zie dat hij dit geschreven heeft in oktober 1996. Dit was voor mijn komst bij [A]; ik ben op 1 december 1996 in dienst getreden. Het gaat over de overgang van Loss Occurrance naar Claims Made. Die overgang was voordelig voor verzekeraars maar minder voordelig voor verzekerden, want op het moment dat de verzekeringsperiode eindigde, verviel direct de dekking, ook over de voorliggende periode. Vanuit de Makelaardij Groep, waar ik onder viel, was er verzet tegen deze overgang. We waren er niet blij mee en hebben actie gevoerd. De nieuwsbrief, zoals deze, is voor de werknemers van [A]. Daar houdt het ook mee op. Het is een intern stuk en gaat niet naar klanten toe.

      U toont mij document 3, pagina 69 tot en met 72 van het proces-verbaal. Ik ben de auteur van dit stuk. Dit artikel is op deze manier verschenen in de [B]. U toont mij document 4, pagina 73 en 74 van het proces-verbaal. Dit stuk herken ik ook. Wij rebelleerden als afdeling Makelaardij erg tegen de Claims Made Polis.

      Omdat ik vanuit mijn werk bezig was met de Claims Made problematiek, dacht men dat het goed was om aan deze problematiek aandacht te besteden en een artikel te schrijven. Mijn directe baas [betrokkene 8] vond dat goed. Deel I van mijn artikel was meer beschouwend van karakter, deel II meer politiek beladen. Het artikel is verschenen op de studiepagina in [B] en was voornamelijk bedoeld voor studenten. Omdat we wisten wat de voordelen van de Claims Made Polis voor verzekeraars waren, zou in deel II van mijn artikel aandacht worden besteed aan de nadelige kant. Wij vonden het een groot struikelblok dat de nadelige kant niet algemeen bekend werd gemaakt. Het artikel is niet in deze vorm gepubliceerd. Dit is wel het model dat naar SVV en de [B] is gegaan.

      Ik weet dat, na het uitkomen van deel I van het artikel iemand van [C] heeft gebeld met [B]. Die persoon heeft gezegd dat hij voelde waar dit artikel heen ging en dat hij inzage wilde in het tweede deel, voor publicatie. De [B] heeft dit geweigerd en de persoon de gelegenheid geboden om na publicatie te reageren als het hem niet beviel. Een redacteur van [B] was naaste collega van deze persoon van [C]. Hij werkte zelf ook bij [C]. [C] hield aan met het verzoek. Toen heeft die redacteur van [C] naar het artikel gekeken. Hij vond dat het niet kon. De hele editie is toen van de pers gehaald. [C] had gezegd dat dit een zo zwaar politiek hangijzer was, dat het overleg, bij publicatie van het artikel, een paar jaar terug in de tijd zou worden gezet.

    3. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2]:

      Eind augustus 2003 werd ik benaderd door man 3, ik wil zijn naam niet noemen. Hij zei dat hij wat interessants voor mij had. Ik ben die dag voor het eerst in kennis gesteld van [A] documenten. Ik heb toen gekeken naar de stukken. Ik zei dat ik wel geïnteresseerd was om als spreekbuis te fungeren. Ik kreeg te horen dat ik gebeld zou worden door [betrokkene 5] op een GSM. Ik kreeg een GSM bij de stukken. Er werd toen gezegd dat er een bepaalde waarde voor de documenten zou moeten zijn.

    4. een proces-verbaal van politie, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 3]:

      Ik ontmoette bij [betrokkene 9] ene [betrokkene 1] (het hof begrijpt: [betrokkene 1]). Ik hoorde [betrokkene 1] op een gegeven moment zeggen dat hij over documenten beschikte waaruit bleek dat [C] een truc had uitgehaald waarbij de polishouders door een verandering in de polisvoorwaarden werden benadeeld. Bij dit gesprek was [betrokkene 9] aanwezig. Na ongeveer een week heb ik met [betrokkene 1] afgesproken, dat was samen met [betrokkene 9]. [Betrokkene 1] was toen in het bezit van een viertal pagina's en hij stelde deze aan mij ter beschikking. Afgesproken werd dat ik contact op zou nemen met [betrokkene 5]. Ik zou dan aan [betrokkene 5] vragen of hij belangstelling had voor de pagina's. Vorige week heb ik daadwerkelijk telefonisch contact opgenomen met [betrokkene 5]. [Betrokkene 2] (het hof begrijpt: [betrokkene 2]) heeft een begeleidend schrijven opgesteld bij de vier pagina's die ik aan [betrokkene 5] wilde faxen. Ik heb uiteindelijk vanuit het postkantoor in Almere een fax verstuurd naar [betrokkene 5]. Ik kreeg een aantal documenten van [betrokkene 1] overhandigd aangaande de zogenaamde claims made. Ik heb toen vanaf het postkantoor in Bussum deze documenten gefaxt. Afgelopen dinsdag nam [betrokkene 2] telefonisch contact op met [betrokkene 7] van [A]. [Betrokkene 7] bood vervolgens een bedrag van 5000 euro voor de documenten die wij in ons bezit hadden. Nadat [betrokkene 7] dit voorstel had gedaan hoorde ik dat [betrokkene 2] hierop nogal boos cq verontwaardigd reageerde. Ik hoorde [betrokkene 2] zeggen dat de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT