Verzet van Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands), 7 de Abril de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak 7 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Court of Appeal of Leeuwarden (Netherlands)

Arrest d.d. 7 april 2009

Zaaknummer 107.002.018/02

HET GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN

Arrest van de derde kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

[appellant],

wonende te [woonplaats appellant],

opposant,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna te noemen: [appellant],

toevoeging aangevraagd,

advocaat: mr. A. Speksnijder, kantoorhoudende te Leeuwarden,

tegen

VWL Advocaten N.V.,

gevestigd te Drachten,

geopposeerde,

in eerste aanleg: eiseres,

hierna te noemen: VWL,

advocaat: mr. H.P. de Lange, kantoorhoudende te Drachten.

Het procesverloop

Bij exploot van 14 mei 2008 is [appellant] in verzet gekomen van het arrest van het gerechtshof Leeuwarden d.d. 16 april 2008, gewezen tussen VWL als appellante en [appellant] als geïntimeerde, met dagvaarding van VWL tegen de zitting van 11 juni 2008.

Het petitum van de verzetdagvaarding luidt:

[appellant] vordert hem te ontheffen van de veroordeling, tegen hem uitgesproken bij voornoemd arrest en te bevestigen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden, tussen partijen in eerste aanleg gewezen, één en ander met de veroordeling van VWL in de kosten van beide instanties.

VWL heeft bij akte verweer gevoerd en geconcludeerd tot:

In het licht van bovenstaande verzoekt VWL Advocaten uw Gerechtshof om de vordering van [appellant] af te wijzen, en aldus het arrest d.d. 16 april 2008 in stand te laten, met dien verstande dat [appellant] tevens in de kosten van deze verzetprocedure wordt veroordeeld.

Hierna heeft [appellant] nog een antwoord-akte genomen.

Tenslotte hebben partijen de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.

De beoordeling

  1. Het gaat in deze zaak - kort samengevat - om het volgende.

    1.1. [advocaat] is werkzaam als advocaat bij VWL, in welke hoedanigheid zij omstreeks maart 2005 werkzaamheden, bestaande uit het verstrekken van juridisch advies, heeft verricht voor [appellant].

    1.2. Na een intakegesprek op 4 maart 2005 heeft [advocaat] bij brief van d.d. 17 maart 2005, aan [appellant] onder meer het volgende bericht:

    "(...)

    Inmiddels ben ik begonnen met het bestuderen van de door u meegebrachte stukken. (...)

    Afgesproken is dat ik mijn uurtarief van € 185 exclusief 8% kantoorkosten en BTW, bij u in rekening zal brengen. Tijdens de bespreking hebt u mij laten weten dat u met deze prijsafspraak instemt.

    U komt niet in aanmerking voor gefinancierde rechtshulp in verband met het feit dat de WOZ-waarde van uw huis ruim € 180.000 bedraagt terwijl uw hypotheek nog ongeveer € 80.000 bedraagt. De overwaarde in uw...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT