Eerste aanleg - enkelvoudig van Rechtbank Rotterdam, 22 de Abril de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak22 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Rechtbank Rotterdam

RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

Zaak-/rolnummer: 296267/ HA ZA 07-2927

Uitspraak: 22 april 2009

VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:

[eiseres]

gevestigd te Oldenzaal,

eiseres in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat mr. O.E. Meijer,

- tegen -

  1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    J.T.G. TRADING B.V.,

    gevestigd te Dordrecht,

    gedaagde in de hoofdzaak,

    eiseres in het incident,

    advocaat mr. B.S. Janssen,

  2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    CCBB ROTTERDAM B.V.,

    gevestigd te Rotterdam,

    gedaagde,

    advocaat mr. F.J. Langelaar,

  3. de vennootschap naar het recht van haar plaats van vestiging

    LIMONI SRL,

    gevestigd te Bentivoglio, Italië,

    gedaagde,

    mr. A.J. van Steenderen,

  4. de vennootschap naar het recht van haar plaats van vestiging

    CASTINGHOME GMBH,

    gevestigd te Düsseldorf, Duitsland,

    gedaagde,

    mr. A.J. van Steenderen,

  5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    CHECKPOINT EXPORT B.V.,

    gevestigd te Farmsum, gemeente Delfzijl,

    gedaagde,

    niet verschenen,

  6. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    CHECKPOINT PARFUMS B.V.,

    gevestigd te Farmsum, gemeente Delfzijl,

    gedaagde,

    niet verschenen,

  7. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

    F.C.T. INTERNATIONAL B.V.,

    gevestigd te Farmsum, gemeente Delfzijl,

    gedaagde,

    niet verschenen.

    Partijen worden hierna aangeduid als:

    “[eiseres]” waar eiseres in de hoofdzaak wordt bedoeld;

    "JTG" waar gedaagde sub 1, eiseres in het incident wordt bedoeld;

    “CCBB” waar gedaagde sub 2 wordt bedoeld;

    “Limoni” waar gedaagde sub 3 wordt bedoeld;

    “Castinghome” waar gedaagde sub 4 wordt bedoeld;

    “Checkpoint” waar gedaagde sub 5 wordt bedoeld;

    “F.C.T.” waar gedaagde sub 7 wordt bedoeld.

    1 Het verloop van het geding

    1.1

    De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:

    - dagvaarding d.d. 27 juli 2007, met internationale betekeningstukken;

    - akte overlegging producties door [eiseres], met drie producties;

    - incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring tevens incidentele conclusie tot aanhouding dan wel verwijzing van JTG, met vier producties;

    - incidentele conclusie van antwoord, met twee producties;

    - incidentele conclusie van repliek, met twee producties;

    - incidentele conclusie van dupliek, met twee producties.

    1.2

    In deze beslissing wordt alleen het geschil in het incident tussen [eiseres] en JTG behandeld.

    2 De vaststaande feiten in het incident

    Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen [eiseres] en JTG - voor zover voor de beslissing in het incident van belang - het volgende vast:

    2.1

    JTG heeft op of omstreeks 17 juli 2007 een partij parfum van Castinghome gekocht. JTG heeft aan CCBB opdracht gegeven tot het vervoer over de weg van deze zending parfum van Bentivoglio, Italië naar Farmsum, Nederland. CCBB heeft dit vervoer uitbesteed aan [eiseres]. Voor dit transport van Italië naar Nederland is een vrachtbrief met nummer 664564 d.d. 24 juli 2007 opgemaakt.

    2.2

    Het vervoer is op 24 juli 2007 in Italië aangevangen. Op 25 juli 2007 bleek na een overnachting door de chauffeur op een parkeerplaats in de omgeving van Bologna dat een gedeelte van de zending parfum verdwenen was.

    2.3

    Op 27 juli 2007 heeft JTG jegens [eiseres] en CCBB een procedure bij het gerecht te Bologna, te Italië, aanhangig gemaakt. Op dezelfde datum is de onderhavige procedure ingeleid.

    3 De vordering in de hoofdzaak en de vorderingen en het verweer in het

    incident.

    vordering in de hoofdzaak

    3.1

    De vordering van [eiseres] luidt dat de rechtbank bij vonnis voor recht verklaart:

    primair: dat gedaagden, althans gedaagde sub 1 en/of gedaagde sub 2 en/of gedaagde sub 3 en/of gedaagde sub 4 en/of gedaagde sub 5 en/of gedaagde sub 6 en/of gedaagde sub 7 in een eventuele schadevordering jegens [eiseres] niet ontvankelijk zijn;

    subsidiair: dat [eiseres] niet aansprakelijk is jegens gedaagden, althans gedaagde sub 1 en/of gedaagde sub 2 en/of gedaagde sub 3 en/of gedaagde sub 4 en/of gedaagde sub 5 en/of gedaagde sub 6 en/of gedaagde sub 7 ter zake van de transportschade met betrekking tot de zending parfum van Italië naar Nederland ter aflevering aan gedaagde sub 1 onder vrachtbrief d.d. 24 juli 2007;

    meer subsidiair: dat [eiseres] niet verder aansprakelijk is jegens gedaagden, althans gedaagde sub 1 en/of gedaagde sub 2 en/of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT