Hoger beroep van Gerechtshof Amsterdam (Nederland), 21 de Abril de 2009

Sprekergepubliceerd
Datum uitspraak21 de Abril de 2009
Uitgevende instantie:Gerechtshof Amsterdam (Nederland)

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM

MEERVOUDIGE FAMILIEKAMER

BESCHIKKING van 21 april 2009 in de zaak met landelijk zaaknummer […] van:

[naam appellant],

wonende te [woonplaats appellant],

APPELLANT,

advocaat: mr. G.J.M. Gussenhoven te Veenendaal,

t e g e n

[naam geïntimeerde],

wonende te [woonplaats geïntimeerde],

GEÏNTIMEERDE,

advocaat: mr. A.A. van der Meulen te Hilversum.

  1. Het geding in hoger beroep

    1.1. Appellant en geïntimeerde worden hierna respectievelijk de man en de vrouw genoemd.

    1.2. De man is op 20 november 2008 in hoger beroep gekomen van een gedeelte van de beschikking van 20 augustus 2008 van de rechtbank te Amsterdam, met kenmerk […].

    1.3. De vrouw heeft op 12 januari 2009 een verweerschrift ingediend.

    1.4. De zaak is op 5 maart 2009 ter terechtzitting behandeld, alwaar de advocaten van partijen zijn verschenen.

  2. De feiten

    Partijen zijn in 2003 gehuwd. Bij de bestreden beschikking is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken.

  3. Het geschil in hoger beroep

    3.1. Bij de bestreden beschikking is – voor zover thans van belang – bepaald:

    • dat de man € 1.950,- per maand zal betalen aan de vrouw als uitkering tot haar levensonderhoud met ingang van de dag van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand tot het tijdstip dat deze uitkering definitief wordt vastgesteld;

    • dat de behandeling omtrent de vaststelling van de definitieve alimentatie en de duur ervan wordt aangehouden.

    Deze beschikking is gegeven op het verzoek van de vrouw de uitkering te bepalen op € 3.800,- per maand met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, en op het verzoek van de man dit verzoek van de vrouw af te wijzen voor zover dit een bedrag van € 768,- per maand overschrijdt en te bepalen dat zijn alimentatieverplichting wordt beperkt tot vier jaar, althans tot het aantal jaren dat het huwelijk heeft geduurd.

    3.2. De man verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre, de uitkering te bepalen op € 768,- per maand, althans op een zodanig bedrag als het hof juist zal achten, over een periode van vier jaar, althans over een zodanige periode als het hof juist zal achten.

    3.3. De vrouw verzoekt de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep dan wel zijn verzoek in hoger beroep af te wijzen.

  4. Beoordeling van het hoger beroep

    De ontvankelijkheid van de man in zijn hoger beroep

    4.1. Aan de orde is de vraag of de man...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT