Cassatie van Supreme Court (Netherlands), 29 de Mayo de 2009

Datum uitspraak29 de Mayo de 2009
Uitgevende instantie:Supreme Court (Netherlands)

29 mei 2009

Eerste Kamer

07/10762

RM/MD

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

  1. [Eiser 1],

  2. [Eiseres 2],

    beiden wonende te [woonplaats],

    EISERS tot cassatie,

    advocaat: mr. P.S. Kamminga,

    t e g e n

    STICHTING DE ALLIANTIE,

    gevestigd te Hilversum,

    VERWEERSTER in cassatie,

    advocaat: mr. E. Grabandt.

    Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] c.s. en De Alliantie.

  3. Het geding in feitelijke instanties

    De Alliantie heeft bij exploot van 21 april 2005 [eiser] c.s. gedagvaard voor de kantonrechter te Amersfoort en gevorderd, kort gezegd, de tussen [eiser] c.s. en De Alliantie gesloten huurovereenkomst betreffende een standplaats met bijbehorend voorzieningengebouw te ontbinden en [eiser] c.s. te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde.

    [Eiser] c.s. hebben de vordering bestreden.

    De kantonrechter heeft, na bij tussenvonnis van 15 juni 2005 een comparitie van partijen te hebben bevolen, bij tussenvonnis van 24 augustus 2005 De Alliantie tot bewijslevering toegelaten. Bij eindvonnis van 30 november 2005 heeft de kantonrechter de vorderingen toegewezen.

    Tegen voornoemde vonnissen van de kantonrechter hebben [eiser] c.s. hoger beroep ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam.

    Bij arrest van 5 april 2007 heeft het hof [eiser] c.s. niet-ontvankelijk verklaard in hun beroep tegen de tussenvonnissen van 15 juni 2005 en 24 augustus 2005 en het bestreden eindvonnis bekrachtigd.

    Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

  4. Het geding in cassatie

    Tegen het arrest van het hof hebben [eiser] c.s. beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

    De Alliantie heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

    De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

    De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.

  5. Beoordeling van het middel

    De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

  6. Beslissing

    De Hoge Raad:

    verwerpt het beroep;

    veroordeelt [eiser] c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van De Alliantie begroot op € 371,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

    Dit arrest is gewezen door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann en F.B. Bakels, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 29 mei 2009.

    Zaaknr. 07/10762

    Mr. Huydecoper

    Zitting van 13 februari 2009

    Conclusie inzake

    1) [Eiser 1]

    en

    2) [Eiseres 2]

    eisers tot cassatie

    tegen

    de Stichting de Alliantie

    verweerster in cassatie

    Feiten(1) en procesverloop

  7. Het gaat in cassatie om het volgende:

    1. [A] is een woonwagencentrum in [plaats]. Een rechtsvoorgangster van de verweerster in cassatie, de Alliantie, heeft aan eiser tot cassatie sub 1, [eiser 1], een standplaats in dit centrum verhuurd met een voorzieningengebouw waarin zich een berging, een meterkast en een badkamer bevinden. De eiseres tot cassatie sub 2 is de echtgenote van [eiser 1], en krachtens (thans) art. 7:266 BW medehuurster. Op de standplaats hebben [eiser] c.s. op eigen kosten een (niet-mobiele) woonruimte gerealiseerd. Zij hebben daar ook een betonnen schuurtje geplaatst/laten plaatsen.

    2. [Betrokkene 4], de (schoon)moeder van [eiser] c.s., en [betrokkene 3], de zoon van [eiser] c.s., huurden op [A] gelegen standplaatsen van de Alliantie. De feitelijke situatie op de door dezen gehuurde standplaatsen is vergelijkbaar met die van [eiser] c.s.

      De huurovereenkomst van [eiser] c.s. en de daarbij behorende Algemene Bepalingen bevatten clausules die, enigszins nader uitgewerkt, de verplichting van de huurder(s) benadrukken om het gehuurde conform de contractuele bestemming te gebruiken en om dat te doen als een goed huurder (men doelt klaarblijkelijk op de verplichtingen die de wet in de art. 7:213 en 214 BW aangeeft).

    3. Naar aanleiding van een doorzoeking door de politie in een ander woonwagencentrum, heeft de door de Alliantie aangestelde beheerder van [A] in maart 2004 alle bewoners bij brief gewaarschuwd voor de risico's die zij lopen wanneer zij hennep telen.

    4. In december 2004 heeft de politie doorzoekingen gedaan op [A]. Daarbij zijn op elf van de vijftien standplaatsen hennepplantages - 1681 hennepplanten in totaal - aangetroffen. In het schuurtje van [eiser] c.s. zijn 276 hennepplanten aangetroffen, in dat van hun zoon 208 en in dat van hun (schoon)moeder 230. In alle drie van deze gevallen waren de nodige voorzieningen getroffen om hennepteelt mogelijk te maken, en werd de benodigde elektrische stroom verkregen door deze illegaal af te tappen.

  8. De Alliantie heeft [eiser] c.s. gedagvaard en - kort gezegd - ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming gevorderd. De Alliantie heeft deze vorderingen ook ingesteld tegen vijf andere huurders van standplaatsen, waaronder de (schoon)moeder en de zoon van [eiser] c.s.

  9. In de eerste aanleg werd de vordering van de Alliantie toegewezen. Op het namens [eiser] c.s. ingestelde hoger beroep heeft het hof het vonnis van de eerste aanleg bekrachtigd. Dat is ook gebeurd in de zaken tegen de zoon en de (schoon)moeder van [eiser] c.s. In de laatstbedoelde zaak is, evenals in de onderhavige, cassatieberoep ingesteld(2). Ook in die zaak wordt vandaag door mij geconcludeerd.

  10. Namens...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT